Incidentie HPB-tumoren
Het aantal patiënten met de diagnose alvleesklierkanker is sinds 1989 gestegen van 1.300 naar bijna 3000 in 2021 (op basis van voorlopige cijfers), de meest voorkomende vorm is het van het type adenocarcinoom (95%). De verwachting is dat de incidentie van alvleesklierkanker de komende jaren zal blijven stijgen. Per jaar krijgen tussen de 400 en 500 patiënten te maken met een nabijgelegen periampullair carcinoom (Papil van Vater, distale galweg of duodenum).
Leverkanker, met als meest voorkomende vorm hepatocellulair carcinoom (HCC), komt in Nederland relatief weinig voor. De incidentie neemt wel toe, van circa 200 nieuwe diagnoses in 1990 naar circa 1000 in 2021 (voorlopige cijfers). Leverkanker komt twee keer zo vaak voor bij mannen dan vrouwen. De diagnose galweg of galblaaskanker is in 2021 circa 920 maal gesteld tegenover 625 maal in 1989.
Voor zowel alvleesklierkanker als leverkanker en galweg-galblaaskanker laat de ESR een vergelijkbare trend zien als bij de absolute aantallen. Dat wil zeggen dat stijgende trends bij alvleesklier- en leverkanker niet volledig verklaard kunnen worden uit vergrijzing van de Nederlandse bevolking.
Alvleesklierkanker in Nederland. Kleine stappen vooruit
In samenwerking met de DPCG en Living with Hope publiceerde IKNL eind 2021 een overzicht van trends en cijfers over alvleesklierkanker.
Meer informatie
Lees meer over de overleving en prevalentie van HPB-tumoren.