Grotere kans op geïsoleerde tumorcellen in schildwachtklier bij lobulair carcinoom

Sinds de introductie van de schildwachtklierprocedure en de vernieuwde TNM-classificatie in 2002 worden bij patiënten met invasief lobulair mammacarcinoom vaker geïsoleerde tumorcellen gediagnosticeerd dan bij patiënten met invasief ductaal carcinoom. Dat blijkt uit een studie van Wilfred Truin (Máxima Medisch Centrum) en collega’s. De klinische consequenties hiervan moeten worden onderzocht in aanvullend onderzoek. Volgens de auteurs kan dit mogelijk implicaties hebben voor het voorschrijven van adjuvante systemische therapieën in de klinische praktijk.

Het gebruik van de schildwachtklierprocedure behoort tot de standaardzorg bij het stadiëren van de oksel bij patiënten met invasieve borstkanker. Introductie van de schildwachtklierbiopsie met uitgebreid pathologisch onderzoek, naar aanleiding van invoering van de TNM-classificatie in 2002, heeft geleid tot verschillen in uitkomsten van okselklierstadiëring. In deze studie is het effect geëvalueerd van okselstadiëringsprocedures en de daaruit voortvloeiende okselklierstatus bij patiënten met een invasief lobulair carcinoom versus invasief ductaal carcinoom in de periode 1998 - 2013. 

Opzet studie en resultaten
De onderzoekers analyseerden de toepassing van de schildwachtklierprocedure en verdeling van de okselklierstatus bij patiënten met invasief lobulair carcinoom en invasief ductaal carcinoom, beiden met stadium T1-T2. Door middel van logistische regressieanalyse werd het onafhankelijke effect bepaald van het histologisch type op de waarschijnlijkheid van aanwezigheid van geïsoleerde tumorcellen, micrometastasen en macrometastases. De studiepopulatie bestond uit 89.971 vrouwen, van wie 10.146 (11%) met de diagnose invasief lobulair carcinoom en 79.825 (89%) met de diagnose invasief ductaal carcinoom. Deze data waren afkomstig uit de databank van de Nederlandse Kankerregistratie (NKR).

Bij patiënten met schildwachtklierbiopsie werden vaker geïsoleerde tumorcellen gediagnosticeerd dan bij patiënten die uitsluitend een lymfeklierdissectie kregen (odds ratio 8,8; 95% betrouwbaarheidsinterval, 7,0 - 11,2). In 2013 bedroeg het aandeel patiënten met geïsoleerde tumorcellen in de okselklieren 8% bij invasief lobulair carcinoom en 4,4% bij patiënten met invasief ductaal carcinoom. Patiënten met invasief lobulair carcinoom hadden significant vaker geïsoleerde tumorcellen in de okselklieren dan patiënten met invasief ductaal carcinoom (odds ratio 1,8; 95% betrouwbaarheidsinterval 1,6 - 2,0).

Conclusie
Wilfred Truin en collega’s concluderen dat met de introductie van de schildwachtklierprocedure en de vernieuwde TNM-classificatie in 2002 patiënten met invasief lobulair carcinoom vaker gediagnosticeerd worden met geïsoleerde tumorcellen dan patiënten met invasief ductaal carcinoom. Aanvullend onderzoek is nodig om de prognostische relevantie van geïsoleerde tumorcellen vast te stellen bij patiënten met invasief lobulair carcinoom versus invasief ductaal carcinoom. Verder is het volgens de onderzoekers belangrijk om te realiseren dat met constante updates van de TNM-classificatie en het veranderen van pathologische inzichten noodzakelijk is om de prognostische en therapeutische effecten van deze veranderingen in de dagelijkse praktijk continu te evalueren. 

Discussie
Een belangrijke reden voor het grotere aantal geïsoleerde tumorcellen bij patiënten met lobulair carcinoom ligt in het feit dat met de introductie van de schildwachtklierprocedure en nauwkeurig immunohistochemisch onderzoek meer metastatische cellen op te sporen zijn. Juist bij het lobulair carcinoom hebben metastasen vaak een goedaardig aspect en zijn deze, in tegenstelling tot maligne cellen van het ductaal carcinoom, vaak erg lastig te detecteren met standaard pathologisch onderzoek.

Verder stellen de auteurs dat zover bekend geen eerdere studies zijn verricht over de prognostische relevantie van geïsoleerde tumorcellen en verschillen tussen invasief lobulair carcinoom versus invasief ductaal carcinoom. Ze tekenen daarbij aan dat de huidige studie mogelijk enkele beperkingen kent. Zo is er bijvoorbeeld geen centrale, pathologische bespreking uitgevoerd op de geïncludeerde data. Eerdere studies hebben aangetoond dat door zo’n centrale bespreking de N-classificatie kan veranderen bij een significant aantal patiënten.

  • Truin W, Roumen RM, Siesling S, van der Heiden-van der Loo M, Lobbezoo DJ, Tjan-Heijnen VC, Voogd AC. ‘Sentinel Lymph Node Biopsy and Isolated Tumor Cells in Invasive Lobular Versus Ductal Breast Cancer’.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl