PORTEC-3: adjuvante chemotherapie tijdens en na radiotherapie ‘haalbaar’

Adjuvante chemotherapie tijdens en na radiotherapie lijkt ‘haalbaar’ bij vrouwen met hoog-risico baarmoederkanker, ondanks toename van de toxiciteit zoals die door zowel artsen als patiënten wordt gerapporteerd. Dat blijkt uit voorlopige analyses van de PORTEC-3-trial. Na de behandeling treedt volgens Stephanie de Boer (LUMC) en collega’s relatief snel herstel op van de meeste klachten. Bij een kwart van de patiënten blijven echter sensorische, neurologische symptomen aanwezig. De onderzoekers wachten verdere analyse van de PORTEC-3-studie af, voordat er definitieve conclusies getrokken kunnen worden.

Ongeveer 15% van de patiënten met baarmoederkanker heeft risicovolle eigenschappen en een verhoogd risico op uitzaaiingen en kans om te overlijden aan deze ziekte. In de PORTEC-3 trial wordt onderzoek gedaan naar het voordeel van adjuvante chemoradiotherapie ten opzichte van radiotherapie bij vrouwen met hoog-risico baarmoederkanker. De PORTEC-3-studie is een open, multicenter, gerandomiseerde, internationale trial.

Studieopzet 
Vrouwen met hoog-risico baarmoederkanker werden 1:1 gerandomiseerd voor behandeling met uitsluitend radiotherapie (vijf keer per week in fracties van 1,8 Gy; in totaal 48,6 Gy) óf dezelfde dosis radiotherapie aangevuld met chemotherapie (twee gelijktijdige cycli met cisplatine 50 mg/m2 en vier adjuvante cycli carboplatine in het gebied onder de curve [AUC5] en paclitaxel 175 mg/m2). Bij het indelen van de patiënten werd de ‘kop of munt’ procedure toegepast om de kans op verstoringen te minimaliseren voor de deelnemende centra, lymfeklierdissectie, stadium van de kanker en weefseltype. 

De primaire eindpunten van de PORTEC-3 trial zijn totale overleving en ziektevrije overleving geanalyseerd in de populatie patiënten met intentie om te behandelen. De secundaire eindpunten zijn gericht op de toxiciteit in de twee jaren na de behandeling en gezondheidsgerelateerde kwaliteit van het leven. Deze analyses werden uitgevoerd op basis van de gekregen behandeling. De gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven werd gemeten met de QLQ-C30-vragenlijst van de European Organisation for Research and Treatment of Cancer (EORTC) op basis van de modules voor baarmoederhalskanker en eierstokkanker (subschalen voor chemotherapie en neuropathie) bij aanvang, na radiotherapie en 6, 12, 24, 36, en 60 maanden na randomisatie.

Bijwerkingen werden beoordeeld met de Common Terminology Criteria for Adverse Events (versie 3.0). De inclusie werd afgesloten op 20 december 2013 na bereiken van het vereiste aantal patiënten. De follow-up blijft doorgaan voor analyse van de primaire uitkomsten. 

Bevindingen
Tussen 15 september 2006 en 20 december 2013 werden 686 vrouwen gerandomiseerd opgenomen in de PORTEC-3 trial, van wie 660 voldeden aan de toelatingscriteria en 570 (86%) pasten binnen de evaluatiecriteria voor de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. De mediane follow-up was 42,3 maanden (IQR 25,8 – 55,1). Bij voltooiing van de radiotherapie en na 6 maanden waren de functioneringsschalen (QLQ-C30) significant lager (slechter functioneren) en de symptoomscores voor de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven hoger (ergere symptomen) voor patiënten in de chemoradiatiegroep in vergelijking met patiënten die alleen radiotherapie kregen. In de tijd was een verbetering zichtbaar. 

Na 12 en 24 maanden was de algehele gezondheid / kwaliteit van het leven vergelijkbaar tussen de groepen, terwijl de scores voor fysiek functioneren iets lager bleven bij patiënten die chemoradiatie kregen in vergelijking met patiënten die alleen radiotherapie hadden ontvangen. Na 24 maanden rapporteerde 25% van de patiënten (48 van 194) in de chemoradiatiegroep last te hebben van ernstige tintelingen of gevoelloosheid tegen 6% van de patiënten (11 van de 170) die uitsluitend radiotherapie kregen (p<0,0001). De onderzoekers vonden tijdens de behandeling bijwerkingen van graad 2 of erger bij 94% van de patiënten (309 van 327) in de chemoradiatiegroep versus 44% van de patiënten (145 van 326) in de groep die uitsluitend radiotherapie kreeg. 

Bijwerkingen van graad 3 of erger werden gevonden bij 61% van de patiënten (198 van 327) in de chemoradiatiegroep versus 13% van de patiënten (42 van 326) die alleen radiotherapie kregen (p<0,0001). De meeste graad 3 bijwerkingen (45%) waren van hematologische aard. Na 12 en 24 maanden werden geen significante verschillen in graad 3 of slechter bijwerkingen gevonden tussen de groepen; alleen sensorische neuropathie klachten van graad 2 of hoger bleven na 24 maanden aanwezig bij 10% van de patiënten (25 van 240) in de chemoradiatiegroep versus minder dan 1% van de 247 patiënten in de radiotherapiegroep; p<0,0001).

Interpretatie 
Ondanks de door artsen en patiënten gerapporteerde toename van de toxiciteit, blijkt volgens Stephanie de Boer en collega’s uit de PORTEC-3-trial dat adjuvante chemotherapie ‘haalbaar’ is tijdens en na de radiotherapie bij patiënten met hoog-risico baarmoederkanker. Na de behandeling treedt snel herstel op van deze klachten, maar bij 25% van patiënten blijven patiëntgerapporteerde sensorische, neurologische symptomen aanwezig. De onderzoekers wachten verdere analyse van de primaire eindpunten af, voordat er definitieve conclusies getrokken kunnen worden.

  • De Boer SM, Powell ME, Mileshkin L, Katsaros D, Bessette P, Haie-Meder C, Ottevanger PB, Ledermann JA, Khaw P, Colombo A, Fyles A, Baron MH, Kitchener HC, Nijman HW, Kruitwagen RF, Nout RA, Verhoeven-Adema KW, Smit VT, Putter H, Creutzberg CL en de PORTEC study group: ‘Toxicity and quality of life after adjuvant chemoradiotherapy versus radiotherapy alone for women with high-risk endometrial cancer (PORTEC-3): an open-label, multicentre, randomised, phase 3 trial’.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl

  • De PORTEC-3-studie is gefinancierd door KWF Kankerbestrijding, Cancer Research UK, National Health en Medical Research Council, Project Grant, Cancer Australië Grant, Agenzia Italiana del Farmaco en Canadian Cancer Society Research Institute. De studie is geregistreerd bij ISRCTN.com (ISRCTN14387080) en bij ClinicalTrials.gov (NCT00411138).

Gerelateerd nieuws

Ruimte voor verbetering adjuvante therapie bij hoog-risico baarmoederkanker

De naleving van richtlijnen voor het geven van adjuvante therapie aan patiënten met baarmoederkanker met een laag tot gemiddeld risico is uitstekend in Nederland. Dat blijkt uit een studie van Florine Eggink (UMC Groningen) en collega’s. Bij patiënten met hoog-risico baarmoederkanker is er echter ruimte voor verbetering. Volgens de onderzoekers is er nader onderzoek nodig om beter inzicht te krijgen in de achterliggende oorzaken van het niet naleven van richtlijnen. Mede vanwege het huidige accent op gedeelde besluitvorming.

lees verder