Kennis verpleegkundigen over voeding en beweging niet optimaal

Bijna de helft (46%) van de oncologieverpleegkundigen in Nederland vindt dat ze over onvoldoende kennis beschikken om advies te kunnen geven over lichamelijke activiteit aan mensen die behandeld zijn vanwege kanker. Verder vindt 43% van de oncologieverpleegkundigen dat kun kennis over voeding bij kanker van onvoldoende niveau is. Dat blijkt uit een studie van Merel van Veen (IKNL, WUR) en collega’s. Genoemde factoren spelen vooral bij jonge verpleegkundigen en collega’s met een opleiding op MBO-niveau. Volgens de onderzoekers behoort voeding en lichamelijke activiteit een standaard onderdeel te zijn van beroepsopleidingen. Daarnaast is meer afstemming nodig met diëtisten en fysiotherapeuten.

Het doel van deze cross-sectionele studie was te evalueren welk percentage oncologieverpleegkundigen van zichzelf vindt dat ze over onvoldoende kennis beschikken om advies te geven over voeding en/of lichamelijke activiteit aan patiënten die behandeld zijn vanwege kanker. Daarbij is ook gekeken welke kenmerken verbonden zijn aan de perceptie van verpleegkundigen over voeding en/of lichamelijke activiteit en of de inhoud en gebruikte informatiebronnen verschillen tussen verpleegkundigen. 

Oncologieverpleegkundigen die aan de studie deelnamen, kregen een uitnodiging om een online vragenlijst in te vullen. De antwoorden werden geanalyseerd met behulp van Pearson's chi-squared testen en uni- en multivariate regressieanalyses. 355 oncologieverpleegkundigen gaven aan adviezen te verstrekken over voeding, van wie 327 tevens adviezen over lichamelijke activiteit. 

Onvoldoende kennis
Uit de analyses kwam naar voren dat 43% van de oncologieverpleegkundigen van zichzelf vindt dat ze over onvoldoende kennis beschikken om advies over voeding te geven, terwijl 46% aangaf onvoldoende kennis te hebben om advies te geven over lichamelijke activiteit. Factoren die samenhangen met het ervaren van onvoldoende kennis over voeding, waren gerelateerd aan een jonge leeftijd, een lagere opleiding en het uitsluitend geven van adviezen tijdens de behandeling. 

Deze verpleegkundigen waren eerder geneigd om patiënten te adviseren om orale voedingssupplementen te gebruiken of een diëtist te bezoeken. Verder blijkt dat verpleegkundigen die aangaven over onvoldoende kennis te beschikken over lichamelijke activiteit minder vaak oncologische richtlijnen raadplegen.

Conclusies en aanbevelingen
Merel van Veen en collega’s concluderen aan de hand van deze studie dat bijna de helft van de oncologieverpleegkundigen die adviezen geven over voeding en lichamelijke activiteit  van zichzelf vinden dat ze over onvoldoende kennis beschikken om zo'n advies te kunnen verstrekken. Volgens de onderzoekers kunnen in het bijzonder jongere oncologieverpleegkundigen en oncologieverpleegkundigen met een beroepsopleiding op MBO-niveau het meeste profiteren van onderwijs over deze onderwerpen. 

Tevens doen ze de aanbeveling dat voeding en lichamelijke activiteit  standaard onderdeel van de opleiding tot oncologieverpleegkundige zou moeten uitmaken. Daarnaast dienen oncologieverpleegkundigen beter samen te werken met diëtisten en met elkaar af te stemmen welke informatie moet worden verstrekt aan patiënten en door wie. Verder verdient het de voorkeur dat specifieke adviezen over lichamelijke activiteit worden verstrekt door een (oncologisch) fysiotherapeut.

  • Merel R. van Veen, Meeke Hoedjes, Joline J. Versteegen, Nienke van de Meulengraaf-Wilhelm, Ellen Kampman en Sandra Beijer: ‘Improving Oncology Nurses’ Knowledge About Nutrition and Physical Activity for Cancer Survivors’. Oncology Nursing Forum ONF 2017, 44(4), 488-496

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl

Gerelateerd nieuws

Herziene handreiking Complementaire zorg voor kinderen in de palliatieve fase

Kind in bed met koptelefoon

De richtlijn Complementaire zorg stamt uit 2010 en is een consensus-based richtlijn. Eind 2020 heeft een verkenning plaatsgevonden naar de wens en de vorm van een herziening. De Agendacommissie richtlijnen palliatieve zorg heeft daarop besloten om een handreiking Complementaire zorg voor volwassenen en voor kinderen in de palliatieve fase te maken.  In juni 2023 is de herziene handreiking Complementaire zorg voor volwassenen in de palliatieve fase uitgebracht. Inmiddels is ook het deel voor kinderen herzien en gepubliceerd. IKNL is als procesbegeleider betrokken bij de richtlijnen palliatieve zorg, zo ook bij deze handreiking. Deze is primair bedoeld voor verpleegkundigen, zorgvrijwilligers en ouders of verzorgers.

lees verder

Nieuw: e-learning Voeding bij kanker voor verpleegkundigen

Voeding is belangrijk tijdens en na de behandeling, bij het herstel, de stabilisatie en voor het lichamelijk welzijn bij kanker. Hoe zorg je er als verpleegkundige voor dat je hiervoor voldoende aandacht hebt? De e-learning Voeding bij kanker helpt verpleegkundigen om vragen van oncologiepatiënten en hun naasten te kunnen beantwoorden. Ook geeft de e-learning handvatten hoe zij kunnen signaleren of en wanneer ondersteuning bij voeding nodig is. 

lees verder