Studie naar risico op kanker na chemotherapie in kinderjaren

Er zijn sterke aanwijzingen dat behandeling van kanker met doxorubicine tijdens de kinderjaren leidt tot een hoger risico om op latere leeftijd opnieuw kanker te ontwikkelen, met name borstkanker. Blootstelling aan het middel cyclofosfamide op jeugdige leeftijd verhoogt het risico op sarcomen. Die conclusies staan te lezen in een publicatie van Jop Teepen (Emma Kinderziekenhuis, AMC) en collega’s in de Journal of Clinical Oncology. Volgens de auteurs is deze informatie belangrijk voor het opstellen van toekomstige behandelprotocollen en richtlijnen voor de surveillance van kinderen die met chemotherapie zijn behandeld.

Kinderen die zijn behandeld vanwege kanker lopen een verhoogd risico op het opnieuw ontwikkelen van kanker. In deze studie zijn de langetermijnrisico’s op latere kanker geëvalueerd in een goed omschreven cohort kinderen die vijf jaar na de diagnose nog in leven waren met bijzondere aandacht voor individuele chemotherapeutische middelen.  

Cohort uit jaren 1963 - 2001
Het cohort bestond uit 6.165 kinderen bij wie in de periode 1963 - 2001 in Nederland kanker werd gediagnosticeerd. Data van deze kinderen zijn verzameld door de Dutch Childhood Oncology Group (DCOG). Incidenties van latere kanker werden geïdentificeerd via koppelingen met de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en het Pathologisch-anatomisch landelijk geautomatiseerd archief (Palga), alsmede uit medische dossiers.

De onderzoekers berekenden gestandaardiseerde incidentieratio’s, absolute verhoogde risico's en cumulatieve incidentiecijfers. Daarnaast gebruikten ze Cox-regressieanalyses voor het evalueren van behandelgerelateerde risico's voor solide tumoren, waaronder borstkanker en sarcoom. Na een mediane follow-up van 20,7 jaar sinds de eerste diagnose (uitersten 5,0 en 49,8 jaar) werden 291 latere kwaadaardige tumoren vastgesteld bij 261 personen die tijdens de kinderjaren de diagnose kanker kregen. 

Incidenties
De gestandaardiseerde incidentieratio bedroeg 5,2 (95%-betrouwbaarheidsinterval 4,6- 5,8 ; absoluut verhoogd risico 20,3 per 10.000 personenjaren). De cumulatieve incidentie van latere kanker tot 25 jaar na de eerste diagnose was 3,9% (95%-betrouwbaarheidsinterval 3,4-4,6%). Dit percentage bleef nagenoeg ongewijzigd onder kinderen die in de jaren negentig zijn behandeld in vergelijking met eerder behandelde kinderen. 

De onderzoekers vonden verhoogde risico’s die dosisafhankelijk gerelateerd waren aan behandeling met doxorubicine bij solide kankers (p-trend <.001), waaronder borstkanker (p-trend <.001). De relatie van doxorubicine met borstkanker was sterker bij overlevenden die in de kinderjaren met Li-Fraumeni syndroom geassocieerde kankersoorten hadden (leukemie, centraal zenuwstelsel en non-ewingsarcoom) versus overlevenden van andere kankersoorten (p=.008). Verder bleek dat cyclofosfamide dosisafhankelijk bijdraagt aan een verhoogd risico op sarcomen (p-trend =.01). 

Conclusie en aanbeveling
Jop Teepen en collega’s stellen aan de hand van de uitkomsten van deze studie dat er sterke aanwijzingen zijn dat blootstelling aan doxorubicine tijdens behandeling van kanker in de kinderjaren leidt tot een verhoogd risico op latere kanker, met name borstkanker. De blootstelling aan het middel cyclofosfamide verhoogt het risico op het ontwikkelen van latere sarcomen. Deze informatie is van belang voor het opstellen van toekomstige kinderbehandelprotocollen en richtlijnen voor de surveillance van patiënten die tijdens de kinderjaren een oncologische behandeling kregen.

•    Teepen JC, van Leeuwen FE, Tissing WJ, van Dulmen-den Broeder E, van den Heuvel-Eibrink MM, van der Pal HJ, Loonen JJ, Bresters D, Versluys B, Neggers SJCMM, Jaspers MWM, Hauptmann M, van der Heiden-van der Loo M, Visser O, Kremer LCM, Ronckers CM en de DCOG LATER Study Group. ‘Long-Term Risk of Subsequent Malignant Neoplasms After Treatment of Childhood Cancer in the DCOG LATER Study Cohort: Role of Chemotherapy’. J Clin Oncol. 2017 May 22:JCO2016716902.
•    Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl