Vijf manieren om méér te halen uit de financiering palliatieve zorg

De Handreiking financiering palliatieve zorg 2019 geeft een overzicht van de regelgeving en structuur rond de financiering van palliatieve zorg in de meest gebruikelijke zorgsettingen, namelijk ziekenhuis, thuis, hospice, verpleeghuis en palliatieve terminale unit. In dit artikel lichten we vijf bruikbare onderdelen uit de handreiking uit. 

1. Registreer lange gesprekken over behandelopties in het ziekenhuis.

De hoofdbehandelaar kan een Uitgebreid consult ten behoeve van zorgvuldige afweging behandelopties, samen met de patiënt en/of met zijn/haar vertegenwoordiger registreren. Dit uitgebreide consult is bedoeld om in een gezamenlijk proces beslissingen te nemen over gezondheids- en behandeldoelen en is te gebruiken voor alle relevante voorkomende situaties (niet alleen voor intensieve gesprekken in de laatste levensfase). Financiële afspraken over dit consult kunnen gemaakt worden in het lokaal overleg tussen aanbieder en verzekeraar. De extra lange consulttijd wordt zichtbaar in de zorgproductprofielen en op basis hiervan kan een andere waardering worden afgesproken voor de betreffende DBC-zorgproducten bij de toekomstige zorginkoop.

2. Registreer in het ziekenhuis bel-, e-mail- en beeldconsulten. 

Screen-to-screen-consulten kunnen een polikliniekbezoek vervangen en belconsulten en schriftelijke consultatie kunnen een herhaal-polikliniekbezoek vervangen. Het gaat dan om een consult waarbij contact is met een patiënt via de telefoon, een beeldverbinding of schriftelijk (bijvoorbeeld via e-mail of chat). Het consult moet zowel zorginhoudelijk als qua tijdsduur voldoen aan de voorwaarden die gelden voor het reguliere face-to-face herhaal-polikliniekbezoek. Het schriftelijke consult dat bijvoorbeeld één herhaal-polikliniekbezoek vervangt, kan uit meerdere schriftelijke informatie-uitwisselingen bestaan en toch als één schriftelijk consult worden geregistreerd. Van dit type consulten wordt, net als bij face-to-face-polikliniekbezoeken inhoudelijke verslaglegging gedaan in het medisch dossier van de patiënt.

3. Onderzoek de verschillende contractmogelijkheden in de wijkverpleging.

In de wijkverpleging spreken zorgverzekeraars en zorgaanbieders meestal een integraal tarief af op basis van de NZa Beleidsregel Experiment bekostiging verpleging en verzorging. Vaak is dit een integraal tarief per uur, maar dit kan ook een tarief per cliënt per maand, week of dag zijn. Het staat zorgaanbieders en zorgverzekeraars vrij om samen afspraken te maken over tariefhoogte en de declaratie-eenheid. In 2018 werd het experiment vaker ingezet voor andere afspraken dan het integrale uurtarief dan in 2017. Daarnaast is het ook nog steeds mogelijk om contracten af te sluiten op basis van de losse prestaties verpleging en verzorging.

4. Zet sneller PTZ in voor Wlz-patiënten.

Wanneer een patiënt in de laatste drie maanden van het leven meer zorg nodig heeft dan kan worden bekostigd vanuit zijn zorgprofiel, kan de zorgaanbieder dit direct regelen met het zorgkantoor. Het CIZ hoeft hiervoor sinds 1 januari 2018 geen indicatie meer af te geven. In de thuissituatie kan dit wanneer de behandelend arts inschat dat de levensverwachting korter dan drie maanden is en de verhoging nodig is om de patiënt palliatieve terminale zorg thuis te kunnen laten ontvangen. Voor patiënten die de zorg intramuraal ontvangen gelden nog een aantal aanvullende criteria

5. Zet in het verpleeghuis vrijwilligers in de PTZ in.

Net als thuis en in een hospice kunnen in een instelling in palliatief terminale zorg getrainde vrijwilligers van de organisatie Vrijwilligers Palliatieve Terminale Zorg (VPTZ) worden ingezet. De instelling kan hierover afspraken maken met een VPTZ-organisatie in de regio, die voor vergoeding subsidie aanvraagt via de Regeling Palliatieve Terminale Zorg (PTZ). De vergoeding voor inzet van vrijwilligers in intramurale instellingen zoals het verpleeghuis is sinds 1 januari 2017 mogelijk. 

Meer informatie
Voor vragen over de Handreiking financiering kunt u contact opnemen met Chantal Pereira, adviseur palliatieve zorg, IKNL.

Gerelateerd nieuws

Derde pilot proactief gegevens delen in de palliatieve fase

Oproep proactief gegevens delen in palliatieve fase Proactieve zorgplanning houdt in dat zorgprofessionals de persoonlijke wensen en grenzen van patiënten met hen en hun naasten bespreken, vastleggen en zo nodig herzien. De uitkomsten van die gesprekken zijn op verschillende momenten en in verschillende zorgomgevingen relevant. Echter, proactieve zorgplanning gebeurt niet bij één zorgverlener of –organisatie. Ook de gekozen technische oplossing voor het delen van gegevens over proactieve zorgplanning beperkt zich in de praktijk niet tot één softwaresysteem of zorgproces. Binnen het project ‘Proactief gegevens delen in de palliatieve fase’ gaat in september 2024 de derde pilot van start ten behoeve van het delen van gegevens tussen zorgorganisaties. Zorgorganisaties die hulp kunnen gebruiken bij het digitaliseren van gegevens over palliatieve zorg of bij het digitaal delen van deze gegevens tussen zorgorganisaties, kunnen zich nu aanmelden voor deelname aan de pilot. lees verder

Cruciale behoefte aan meer ondersteuning voor naasten van patiënten met kanker in de laatste levensfase

Laurien, een witte vrouw met blond haar in een staartje, glimlacht de camera in. Linksonder staat de tekst 'Proefschrift over het welzijn van naasten van kankerpatiënten in laatste levensjaar'. In het recente proefschrift van dr. Laurien Ham, getiteld ‘What about us? Experiences of relatives during end-of-life cancer care and bereavement’, wordt aandacht besteed aan de vaak onderbelichte groep rondom patiënten met kanker: de naasten. Het onderzoek, uitgevoerd door Laurien Ham voor IKNL i.s.m. Tilburg University en gisteren (25 maart) gepresenteerd tijdens haar promotie, belicht de emotionele, sociale en existentiële uitdagingen waar naasten van patiënten met ongeneeslijke kanker mee geconfronteerd worden in het laatste levensjaar van hun dierbare. lees verder