Beperkt bewijs dat minder rood vlees leidt tot afname nadelige uitkomsten

Beperkt bewijs dat minder rood vlees leidt tot afname nadelige uitkomsten

Er is beperkte tot zeer beperkte zekerheid dat een dieet met minder rood of bewerkt vlees kan leiden tot een zeer kleine afname van nadelige uitkomsten van cardiometabole en oncologische aandoeningen. Dat concludeert Robin Vernooij in samenwerking met een internationale groep onderzoekers op basis van een systematisch literatuuronderzoek. Deze uitkomst roept volgens de auteurs vragen op over de waarschijnlijkheid van een causaal verband tussen de consumptie van rood en bewerkt vlees en nadelige effecten hiervan op de gezondheid. De onderzoekers wijzen er op dat de waargenomen effecten klein tot zeer klein zijn en dat de zekerheid van dit bewijs eveneens laag tot zeer laag is.

Het doel van deze literatuurstudie was het effect van voedingspatronen te evalueren, inclusief de consumptie van verschillende hoeveelheden rood en bewerkt vlees, op de sterfte door alle oorzaken, hart- en vaatziekten en de incidentie en sterfte door kanker. De onderzoekers zochten systematisch naar publicaties in MEDLINE en EMBASE, het Cochrane Central Register of Controlled Trials, de CINAHL-databank en de Web of Science en ProQuest Dissertations & Theses Global. De zoekactie liep tot juli 2018 met een update tot april 2019, zonder beperkingen voor het jaar van publicatie of taal.

Opzet en resultaten

Twee onderzoekers bekeken onafhankelijk van elkaar de zoekresultaten en includeerden alle prospectieve cohortstudies met 1.000 of meer deelnemers, waarin een verband werd gerapporteerd tussen voedingspatronen en gezondheid. De gegevens uit deze studies werden door twee recensenten onafhankelijk van elkaar geëxtraheerd. Ze beoordeelden het risico op vertekening (bias) en evalueerden het bewijs met behulp van GRADE-criteria (Grading of Recommendations Assessment, Development and Evaluation).

De geïncludeerde studies, inclusief patiënten die gedurende 2 tot 34 jaar zijn gevolgd, toonden lage tot zeer lage zekerheid dat voedingspatronen met een geringe inname van rood en bewerkt vlees resulteerden in een zeer kleine of mogelijk kleine afname van sterfte door alle oorzaken, incidentie en sterfte door kanker, sterfte door cardiovasculaire aandoeningen, niet-fatale coronaire hartziekte, een fataal of niet-fataal myocardinfarct en diabetes type 2. De totale populatie voor kanker, cardiovasculaire mortaliteit en incidentie van sommige kankersoorten omvatte meer dan 400.000 patiënten. De overige resultaten zijn gebaseerd op gegevens variërend van 4.000 tot meer dan 300.000 patiënten.

Conclusie en nabeschouwing

Robin Vernooij en collega’s concluderen dat naleving van voedingspatronen met een lagere inname van rood of bewerkt vlees mogelijk kan leiden tot een verminderd risico van mortaliteit door alle oorzaken, mortaliteit door cardiometabole aandoeningen, en morbiditeit en mortaliteit door kanker. De onderzoekers wijzen er nadrukkelijk op dat de omvang van de gevonden effecten klein tot zeer klein is en dat de zekerheid van dit bewijs eveneens laag tot zeer laag is.

Een van de primaire beperkingen van deze studie is de heterogeniteit aan dieetpatronen afkomstig van de geïncludeerde studies. Hoewel in deze studies onderscheid is gemaakt tussen deelnemers met een lage tot hoge inname van rood en bewerkt vlees, waren er grote variaties aanwezig ten aanzien van andere voedsel en nutriëntkarakteristieken binnen de voedingspatronen en de hoeveelheden geconsumeerd rood en bewerkt vlees. Een andere beperking is dat er geen analyses konden worden gemaakt van de impact van rood en bewerkt vlees afzonderlijk, omdat deze informatie ontbrak. Tot slot wordt opgemerkt dat observationele studies vatbaar zijn voor verstorende factoren en dat deze volgens de GRADE-criteria weinig of zeer weinig zekerheid bieden.

Onderzoeksgroep

Aan deze studie werkten mee Robin Vernooij, Dalhousie University (Halifax, Canada), McMaster University (Hamilton, Canada), Chosun University (Gwangju, Zuid-Korea), Universidade Estadual Paulista (São Paulo, Brazilië), University of British Columbia (Vancouver, Canada), Alexandria University (Alexandrië, Egypte), Tanta Chest Hospital (Tanta, Egypte), Iberoamerican Cochrane Centre (Barcelona, Spane), Jagiellonian University Medical College (Krakau, Polen). University of Guelph (Guelph, Canada), University of Toronto and St. Michael's Hospital (Toronto, Canada), Biomedical Research Institute San Pau en CIBER de Epidemiologia y Salud Publica (Barcelona, Spanje) en Texas A&M University (Texas).

Gerelateerd nieuws

Nieuwe publicatie onthult verband tussen inkomen en kankerdiagnoses

Kanker en sociaal-economische status Het is bekend dat mensen met een laag inkomen gemiddeld 7 jaar korter leven en 22 jaar eerder een minder goede gezondheid ervaren dan mensen met een hoog inkomen. Dit heeft ook betrekking op het risico op kanker. Vandaag publiceert Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) het eerste deel van een drieluik over sociaal-economische status (SES) en kanker, waarbij SES staat voor de maatschappelijke positie die iemand inneemt vaak gemeten naar inkomen of opleiding. In dit eerste deel wordt de relatie belicht tussen inkomen en kankerdiagnoses en tussen inkomen en het stadium van kanker bij diagnose. lees verder

Kans op kanker toegenomen naar 1 op de 2 Nederlanders

Kans op kanker neemt toe naar 1 op 2 Nederlanders

Kans op overlijden aan kanker afgelopen decennia niet veranderd


De kans om in de loop van het leven kanker te krijgen is de afgelopen drie decennia fors toegenomen tot 47 procent voor vrouwen en 54 procent voor mannen. Ongeveer de helft van alle Nederlanders krijgt dus op enig moment in hun leven de diagnose kanker. Rondom 1990 ging het nog om een op de drie Nederlanders. Dat concluderen onderzoekers van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) in het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde. De kans om aan kanker te overlijden is niet toegenomen.

lees verder