Lagere kwaliteit van leven voor kankeroverlevenden met cardiovasculaire ziekte

Overlevenden van kanker die ten tijde van de diagnose al hart- en vaatziekten hadden, rapporteren vaker een negatief effect op hun gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven. Het gaat hierbij onder meer om hun algehele kwaliteit van leven, fysiek functioneren en symptomen als vermoeidheid en dyspneu. Dat concluderen Dounya Schoormans (CoRPS, Tilburg University) en collega’s in Acta Oncologica. Volgens de onderzoekers is het belangrijk dat zorgverleners extra aandacht schenken aan deze kwetsbare groep overlevenden. Daarbij dient ook rekening gehouden te worden met mogelijke progressie van cardiovasculaire aandoeningen, aangezien oncologische behandelingen cardiotoxisch kunnen zijn.

De relatie tussen hart- en vaatziekten ten tijde van de diagnose kanker en de beoordeling van de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van deze patiënten jaren nadat de diagnose kanker is gesteld, is voor zover de onderzoekers weten niet eerder onderzocht. In deze studie is daarom onderzoek gedaan naar de relatie tussen hart- en vaatziekten ten tijde van de kankerdiagnose en gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven bij overlevenden van kanker jaren na de diagnose dikkedarm-, schildklier-, prostaat-, endometrium- of eierstokkanker en na melanoom, (non-)hodgkinlymfoom, chronische lymfatische leukemie of multiple myeloom door middel van een verkennend population-based cross-sectioneel onderzoek.

Opzet

De onderzoekers voerden analyses uit op een gecombineerde set gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en PROFILES, het patiëntenvolgsysteem dat IKNL in samenwerking met Tilburg University heeft ontwikkeld. Gegevens over de aanwezigheid van hart- en vaatziekten bij de diagnose kanker werden geëxtraheerd uit de NKR. De gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven werd gemeten met behulp van PROFILES op een mediaan van 4,6 jaar na de diagnose kanker. De algemene, lineaire modelanalyses werden uitgevoerd voor de totale groep kankeroverlevenden en voor elke maligniteit apart.

In totaal werden 5.930 overlevenden van kanker geïncludeerd, uitgesplitst naar de volgende kankersoorten: 2.281 dikkedarm, 280 schildklier, 1.054 prostaat, 177 endometrium, 389 eierstokkanker, 212 melanoom, 874 non-hodgkin en 194 Hodgkin lymfoom, 242 chronische lymfatische leukemie en 227 multiple myeloom. In de totale studiegroep waren 1.441 overlevenden (23,4%) met een cardiovasculaire ziekten ten tijde van de diagnose kanker. Zij rapporteerden statistisch significante en klinisch belangrijke, lagere scores op de algehele kwaliteit van leven en fysiek functioneren en hadden hogere scores voor dyspneu vergeleken met overlevenden zonder hart- en vaatziekten.

Resultaten en evaluatie

Aanwezigheid van hart- en vaatziekten ten tijde van de diagnose kanker was negatief gerelateerd aan de algehele kwaliteit van leven, de vijf functioneringsschalen (fysiek, rol, cognitief, emotioneel en sociaal functioneren) en symptomen als vermoeidheid en dyspneu bij de meeste oncologische maligniteiten (dikkedarm- en prostaatkanker, non-hodgkinlymfoom, eierstokkanker, melanoom en chronische lymfatische leukemie). Er werden geen significante relaties gevonden bij overlevenden met een cardiovasculaire ziekte en schildklier- en baarmoederkanker, hodgkinlymfoom en multiple myeloom, waarschijnlijk als gevolg van kleine aantallen overlevenden met cardiovasculaire aandoeningen in deze studie.

Een mogelijke verklaring voor de lagere score op sociaal functioneren bij overlevenden van prostaatkanker met een cardiovasculaire aandoening is het voorschrijven van diuretica om de urineproductie te verhogen. Voor overlevenden van prostaatkanker die te maken hebben met incontinentie, is dit een extra probleem. Afname van het cognitief functioneren bij overlevenden van een melanoom is waarschijnlijk terug te voeren op de aard van de cardiovasculaire aandoening, veelal vasculaire schade in de hersenen. Bij overlevenden van chronische lymfatische leukemie met bijkomende hartziekte hangt de negatieve relatie vooral samen met verminderd emotioneel en sociaal functioneren.

Conclusie en aanbevelingen

Dounya Schoormans en collega’s concluderen dat aanwezigheid van hart- en vaatziekten ten tijde van de diagnose kanker negatief gerelateerd is aan de gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven van overlevenden van kanker, met name wat betreft hun algehele kwaliteit van leven, fysiek functioneren en rolfunctie en symptomen als vermoeidheid en dyspneu. Volgens de onderzoekers dienen zorgverleners extra aandacht te besteden aan deze kwetsbare groep overlevenden, zelfs jaren nadat de behandeling van kanker is beëindigd.

Meer onderzoek is nodig om de mechanismen te ontrafelen die betrokken zijn bij de relatie tussen cardiovasculaire aandoeningen ten tijde van de kankerdiagnose en een verminderde gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven bij kanker overlevenden. Ook dient rekening gehouden te worden met mogelijke progressie van de cardiovasculaire aandoeningen na de behandeling van kanker, aangezien deze behandeling cardiotoxisch kan zijn en hart- en vaatziekten kan verergeren.

Gerelateerd nieuws

Lagere kwaliteit van leven bij kankerpatiënten mét diabetes door leefstijl

De lagere kwaliteit van leven gevonden bij patiënten met dikkedarmkanker mét diabetes ten opzichte van patiënten met dezelfde ziekte zonder diabetes, lijkt verklaart te worden door een ongezondere leefstijl en de aanwezigheid van andere chronische ziekten. Die conclusie trekken Pauline Vissers (IKNL) en collega’s op basis van een studie onder ruim 2.600 patiënten in Zuid-Nederland. Zowel een hogere BMI, minder fysieke activiteit en roken waren gerelateerd aan een lagere kwaliteit van leven, ongeacht of iemand diabetes had of niet. Deze uitkomsten onderstrepen het belang van verbetering van de leefstijl van patiënten met dikkedarmkanker, mét en zónder diabetes.

lees verder