MEDIASTrial: stand van zaken

In 2017 zijn chirurg Frank van den Broek (rechts) en arts-onderzoeker Jelle Bousema (links) vanuit Máxima MC (MMC) in Veldhoven en Eindhoven gestart met de MEDIASTrial. Hierin wordt onderzocht of de belastende mediastinoscopie waarmee bij patiënten met niet-kleincellige longkanker naar lymfeklieruitzaaiingen wordt gezocht achterwege kan blijven als bij endosonografie geen lymfkliermetastasen zijn gevonden. Ondertussen doen 22 Nederlandse en 1 Belgisch ziekenhuis mee en zijn 259 van de beoogde 360 patiënten geïncludeerd in de studie. De eerste resultaten worden eind 2020 verwacht. 

Bij patiënten met niet-kleincellige longkanker die op basis van een FDG-PET/CT-scan in aanmerking komen voor een eventuele longoperatie, dient eerst de aanwezigheid van lymfeklieruitzaaiingen te worden vastgesteld. Volgens de richtlijn gebeurt dat met een combinatie van EBUS en EUS (endosonografie) gevolgd door een bevestigende mediastinoscopie (kijkbuisoperatie). In de MEDIASTrial wordt onderzocht of de mediastinoscopie (onder algehele narcose en met een groter risico op complicaties) achterwege kan blijven na een minder belastende, volledig uitgevoerde EBUS/EUS waarbij geen lymfkliermetastasen zijn gevonden.

Jelle Bousema, arts-onderzoeker: ‘De aanvullende waarde van de bevestigende mediastinoscopie is onderwerp van debat in (inter)nationale literatuur en dagelijkse praktijk. De opbrengst van deze chirurgische ingreep is namelijk beperkt (circa 9% detectie van lymfekliermetastasen na negatieve endosonografie) terwijl complicaties optreden bij 6% van de patiënten. Het weglaten van een cervicale mediastinoscopie na een negatieve endosonografie bespaart patiënten een ziekenhuisopname met algehele narcose, zorgt voor snellere behandeling van NSCLC en mogelijk voor een lagere morbiditeit, terwijl een vergelijkbare overleving wordt verwacht.’  

Over MEDIASTrial

De MEDIASTrial (NTR6528) is een gerandomiseerde multicenterstudie waarin twee diagnostische strategieën (met en zonder aanvullende mediastinoscopie na negatieve endosonografie) bij patiënten met (de verdenking op) niet-kleincellige longkanker worden vergeleken. De studie is momenteel open voor inclusie in 22 Nederlandse en 1 Belgisch ziekenhuis. Er zijn tot nu toe 259 van de beoogde 360 patiënten geïncludeerd en de eerste resultaten worden eind 2020 verwacht.

Bijdrage IKNL

IKNL levert een grote bijdrage aan de MEDIASTrial door in opdracht van het onderzoeksteam zowel het lokaal datamanagement als de monitoring te verzorgen. Voor de vragenlijsten over de kwaliteit van leven wordt gebruik gemaakt van PROFIEL, het patiëntenvolgsysteem dat IKNL in samenwerking met Tilburg University heeft ontwikkeld. Medewerkers van IKNL ondersteunen de onderzoekers verder met de dataverzameling, versturen van uitnodigen en het te woord staan van zowel patiënten als onderzoekers over praktische zaken. 
 

Gerelateerd nieuws

Afname kleincellig longkanker en steeds vaker behandeling gericht op kwaliteit van leven

arts en patiënt bij laptop met longfoto

De incidentie van kleincellig longkanker, ook wel SCLC, in Nederland is de afgelopen 30 jaar aanzienlijk gedaald. Dat blijkt uit een studie van Daphne Dumoulin van het ErasmusMC en collega’s op basis van de Nederlandse Kankerregistratie, waarover onlangs gepubliceerd werd in het European Journal of Cancer. Een toenemend aandeel ouderen en vrouwen kreeg de diagnose kleincellig longkanker. De man-vrouwverhouding werd daardoor vergelijkbaar. Waarschijnlijk als gevolg van meer oudere en waarschijnlijk kwetsbaardere patiënten kregen meer patiënten alleen behandeling gericht op kwaliteit van leven (best supportive care – ofwel BSC).

lees verder

Beter onderscheid tussen agressieve en minder agressieve carcinoïden van de long

cover thesis laura moonen

Het correct diagnosticeren van atypische versus typische carcinoïden (zeldzame, neuro-endocriene tumoren van de long) enkel op basis van een preoperatief biopt blijkt lastig. Dit terwijl atypische carcinoïden een slechtere prognose hebben – die lange follow-up vereist - dan typische carcinoïden én de diagnose de omvang van de operatieve behandeling mogelijk beïnvloedt. Extra (preoperatieve) biomarkers zorgen voor betere prognostische voorspelling bij longcarcinoïden, waardoor voor een deel van de patiënten jarenlange follow-up in de toekomst mogelijk vermeden kan worden. Dit concludeert Laura Moonen (MUMC+) in haar proefschrift, onder andere op basis van gekoppelde data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) en Palga. Moonens onderzoek werd gefinancierd door KWF.

lees verder