Overlevingskloof tussen oudere en jongere melanoompatiënten wordt kleiner

De overlevingskloof tussen jongere en oudere patiënten met een melanoom is tussen 1989 en 2015 kleiner geworden en hangt samen met een daling van de gemiddelde Breslow-dikte. Echter, de incidentiekloof tussen jongeren en ouderen is in deze periode disproportioneel toegenomen door een sterke toename van de incidentie van oudere patiënten, vooral van mannen van 70 jaar en ouder. Dat concluderen Melinda Schuurman (IKNL) en collega’s in een publicatie in Acta Oncologica. Waarschijnlijk hebben deze ouderen een hogere dosis UV-straling opgelopen in combinatie met onvoldoende gebruik van beschermingsmiddelen en mogelijk minder geprofiteerd van later geïntroduceerde voorlichtingscampagnes.

De incidentie van melanoom is bij oudere mensen het hoogst en stijgt nog steeds door vergrijzing van de bevolking in de meeste westerse landen. In deze studie is geëvalueerd hoe de kloof tussen incidentie en overleving zich de afgelopen decennia heeft ontwikkeld bij jongere en oudere patiënten met een melanoom.

Opzet

De onderzoekers identificeerden alle patiënten (n = 84.827) met de diagnose ‘melanoom van de huid’ die tussen 1989 en 2015 zijn opgenomen in de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Ouderen werden gedefinieerd als ‘personen ouder dan 70 jaar’. Vervolgens werden de verschillen in patiënt- en tumorkarakteristieken beschreven, de leeftijdsspecifieke incidentiepercentages en relatieve overleving berekend, en multivariabele analyses uitgevoerd om de relatieve overmaat aan sterfte te schatten.

Resultaten

Bij ouderen mannen steeg de leeftijdgestandaardiseerde incidentie van melanoom tussen 1989 en 2015 van 18 naar 103 per 100.000 persoonsjaren en bij oudere vrouwen van 23 naar 70. Bij jongere mannen en vrouwen (jonger dan 70 jaar) was een significant lagere toename te zien van 8 naar 21 respectievelijk van 13 naar 28 per 100.000 persoonsjaren. De gemiddelde Breslow-dikte daalde bij oudere mannen en vrouwen van 1,8 tot 1,1 mm respectievelijk van 1,6 tot 1,1 mm (2003 versus 2015) en bij jongere mannen en vrouwen van 1,1 tot 0,9 mm respectievelijke 0,9 tot 0,8 mm.

De relatieve 5-jaarsoverleving steeg bij oudere mannen van 67% tussen 1989-1997 naar 85% tussen 2007-2015 en bij oudere vrouwen in dezelfde perioden van 81% naar 89%. Bij jongere mannen steeg de relatieve 5-jaarsoverleving van 82% naar 90% respectievelijk jongere vrouwen van 92% naar 96%. Na correctie voor case-mix-factoren was bij oudere mannen en vrouwen in de loop van de tijd geen verbeterde overleving meer zichtbaar en nam de relatieve overmaat aan sterfte toe van 0,95 (2003-2009) naar 0,97 (2010-2015). Bij jongere mannen en vrouwen was wél een betere overleving zichtbaar en daalde de relatieve overmaat aan sterfte van 0,77 naar 0,75.

Conclusie

Melinda Schuurman en collega’s concluderen dat de incidentie van melanomen tussen 1989 en 2015 is toegenomen in alle leeftijdscategorieën, maar dat de incidentiekloof tussen jongere en oudere mensen disproportioneel is gestegen door een sterke toename van de incidentie van melanomen bij oudere volwassenen, vooral bij mannen van 70 jaar en ouder. Sinds 1989 nam de incidentie bij oudere mannen toe met een factor 6. De waargenomen overlevingsverschillen namen wel af tussen 1989 en 2015 en hangen samen met verkleining van de kloof in gemeten Breslow-dikten.

Nabeschouwing

Een mogelijke verklaring voor de disproportionele toename van de incidentie bij ouderen (mannen) is dat zij vergeleken met jongeren mogelijk minder voordeel hebben gehad van voorlichtingscampagnes over ‘verstandiger zonnen’. Een vergelijking van geboortecohorten in een Australisch onderzoek heeft aangetoond dat de grootste daling van de leeftijdsspecifieke incidentie van melanoom is waargenomen bij jongere leeftijdsgroepen die opgroeiden na introductie van deze voorlichtingscampagnes. In Nederland zijn dergelijke campagnes eind jaren tachtig gestart. De hogere gevoeligheid voor melanomen bij met name oudere mannen kan waarschijnlijk ook worden verklaard op basis van een hogere, levenslange blootstelling aan UV-straling in combinatie met onvoldoende of geen gebruik van zonbeschermingsmiddelen.

De onderzoekers sluiten niet uit dat het op dit moment mogelijk nog te vroeg is om een stabilisatie of daling in de incidentie van melanoom bij oudere leeftijdsgroepen te signaleren. Ook kunnen voorlichtingscampagnes positief hebben bijgedragen aan het toegenomen bewustzijn over symptomen die kunnen duiden op melanomen en als gevolg daarvan een vroegere detectie van deze ziekte bevorderen. Echter, bij oudere patiënten worden nog steeds dikke melanomen gediagnosticeerd, hoewel de Breslow-dikte vooral bij oudere patiënten wel aanzienlijk is gedaald.