Kanker onder kinderen en adolescenten licht gestegen sinds 1990

Het aantal nieuwe gevallen van kanker bij kinderen en adolescenten is in de afgelopen decennia licht gestegen. Slechts een aantal vormen van kanker waren verantwoordelijk voor de toename, de meeste soorten zijn relatief stabiel gebleven sinds 1990. Dat blijkt uit onderzoek van het Prinses Máxima Centrum voor kinderoncologie en IKNL.

In de studie, gepubliceerd in het wetenschappelijk tijdschrift European Journal of Cancer, komt naar voren dat het aantal gevallen van kanker bij kinderen tot en met 17 jaar gemiddeld met 0.6% per jaar is gestegen. Waar in de jaren ’90 rond de 480 kinderen per jaar werden gediagnosticeerd met kanker, waren dat er ruim 540 per jaar in 2010-2017. Deze toename was vooral te zien onder 0-jarigen en 10-17 jarigen. Ardine Reedijk, die het onderzoek uitvoerde met onder andere Leontien Kremer, Rob Pieters (Prinses Máxima Centrum) en Henrike Karim-Kos (Prinses Máxima Centrum en IKNL), maakte voor het onderzoek gebruik van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR).

Vormen van kanker

Een aantal vormen van kanker waren verantwoordelijk voor de lichte toename van nieuwe gevallen. Leukemie steeg met name in de jaren ’90 en lijkt vanaf 2000 niet verder toe te nemen. Momenteel worden ieder jaar zo’n 150 nieuwe gevallen van leukemie gediagnosticeerd. Bij hersentumoren, neuroblastomen en Ewing bottumoren is er een meer gelijkmatige stijging te zien. Melanomen lieten een stijging zien tot 2002, waarna er nu weer een daling lijkt op te treden. Andere vormen van kanker bleven stabiel over de tijd. De resultaten zijn vergelijkbaar met die in andere Europese landen.

Mogelijke verklaringen

Over het algemeen zijn er verschillende oorzaken die een dergelijke stijging kunnen verklaren: een verbeterde diagnostiek, een betere registratie of een daadwerkelijke stijging. Dit onderzoek laat zien dat verbeterde diagnostiek heeft geleid tot een betere stadiering van Hodgkin lymfomen, weke delen tumoren en schildkliertumoren. Kiemceltumoren van de zaadballen en melanomen werden daarnaast vaker in een vroeger stadium gediagnosticeerd. Echter leidde dit niet tot een enorme toename in het aantal nieuwe gevallen. Daarmee kan de verbeterde diagnostiek geen verklaring zijn voor de algehele stijging van het aantal nieuwe gevallen van kanker bij kinderen. De invloed van veranderingen in registratie hebben de onderzoekers zo minimaal mogelijk gehouden door die vormen van kanker die in het verleden niet volledig werden geregistreerd buiten hun analyses te houden.
 
Mogelijk gaat het hier dus om een werkelijke stijging van het aantal gevallen. Echter er is nog teveel onbekend over factoren die het risico op het krijgen van kanker bij kinderen vergroten, om hier een goed antwoord op te kunnen geven.

Conclusie en verder onderzoek

Er is tussen 1990 en 2017 sprake van een lichte stijging van het aantal kinderen met kanker in Nederland. Deze stijging is zichtbaar bij sommige vormen van kinderkanker. De oorzaak hiervan is onbekend.
 
De onderzoekers stellen dat het van belang is om dit onderzoek in de toekomst voort te zetten en om in het Prinses Máxima Centrum, naast het onderzoek naar nieuwe behandelvormen, ook onderzoek te doen naar de risicofactoren op het krijgen van kanker bij kinderen.