Oversterfte oudere patiënt na darmkankeroperatie geheel verdwenen

‘De NKR heeft een revolutie in de uitkomst van kankerbehandeling bij ouderen zichtbaar gemaakt’, dat zegt professor dr. Harm Rutten, oncologisch chirurg in het Catharina Ziekenhuis in Eindhoven en als hoogleraar oncologische chirurgie verbonden aan de Maastricht University.

‘Sinds de komst van een nieuw ziekenhuisinformatiesysteem, hebben onze doktersassistentes geen tijd meer om patiënten binnen te roepen en moet ik zelf mijn patiënten uit de wachtkamer halen. Dit is één van de weinige veranderingen die echt een verbetering is. Het geeft mij enorm veel informatie als ik zie dat in een drukke wachtkamer een patiënt kwiek opstaat als zijn of haar naam geroepen wordt, hoe ik begroet wordt en hoe we al een praatje kunnen beginnen als we de 20 meter naar mijn spreekkamer lopen’.

‘Toen ik meneer A. een paar maanden uit de wachtkamer riep, liet hij er geen twijfel over bestaan wat hij van mij verwachtte. Na zijn naam gehoord te hebben leek het wel of hij uit de startblokken sprong en voor hij zijn krachtige handdruk losgelaten had, zei hij: ‘al heb ik maar 50% kans om te overleven, dan wil ik toch geopereerd worden!’ Nu was ik enigszins sprakeloos. Ik had het dossier van deze 80-jarige man goed bekeken en had me al voorgenomen om de operatie met hem te bespreken en ik had nergens gezien dat hij een high risk patiënt was. Had ik iets gemist? Ja, hij had wel wat pilletjes voor de bloeddruk en cholesterol, maar hij was vooral actief op de tennisbaan, met zijn kleinkinderen en met de zaak, waarbij hij zijn zoon nog regelmatig hielp. Niets dat een hoogrisico-ingreep voorspelde. ‘Maar uw collega zei dat een endeldarmoperatie bij ouderen een risico van 15% op directe postoperatieve mortaliteit had, en dat die nog eens verdubbelt in het eerste jaar na de operatie’. Ik was verbouwereerd en zocht die collega op. Hij refereerde naar een artikel dat ik zelf samen met onderzoekers van het IKNL geschreven had in Lancet Oncology. Guilty as charged’!

2008: Postoperatieve mortaliteit bij oudere kankerpatiënten schrikbarend hoog

‘Indertijd, we spreken over 2008, was het een artikel dat veel aandacht gekregen had. Hierin beschreven we dat in de Total Mesorectal Excision (TME) studie ouderen het veel slechter deden dan jongere patiënten. Niet alleen leken ze niet te profiteren van een betere oncologische uitkomst door invoering van een betere kortdurende preoperatieve bestraling en betere chirurgische techniek, maar hun postoperatieve mortaliteit was ook schrikbarend hoog en de kans om te overlijden beperkte zich niet tot de eerste weken na de operatie, maar duurde veel langer tot wel een jaar en kon oplopen tot tientallen procenten. Deze belangrijke data uit de kankerregistratie werden snel geaccepteerd en later op allerlei mogelijkheden bevestigd’. 

NKR: niets is zo veranderlijk als de werkelijkheid

‘Maar deze data waren van voor de millenniumwisseling en de tijd heeft niet stilgestaan…!’, benadrukt Rutten, ‘er kwam aandacht voor de oudere kankerpatiënt, er werd een inschatting gemaakt van de conditie en voedingstoestand. De anesthesiologische en perioperatieve zorg (de preoperatieve zorg en risico-inschatting van patiënten, de zorg tijdens de operatie en de nazorg, red.) zijn enorm verbeterd. Laparoscopische chirurgie en specialisatie tot colorectaal chirurg deden hun intrede. Opnieuw hebben de data van de kankerregistratie aangetoond dat niets zo veranderlijk is als de werkelijkheid. Ze meten niet alleen die veranderingen maar leggen ook vaak verbanden vast tussen die data en genereren inzicht dat vaak aan de basis ligt voor veranderingen in de praktijk, en zo is ook hier gebeurd’.

2019: oversterfte oudere patiënten na darmoperatie verdwenen

‘Recent hebben we met behulp van de NKR-data kunnen aantonen dat de oversterfte (wanneer de waargenomen sterfte groter is dan de verwachte sterfte, red.) van ouderen zowel postoperatief als binnen één jaar helemaal verdwenen is. Bovendien profiteren ouderen nu wel net zoals jongere patiënten van dezelfde verbetering in oncologische uitkomst.’ Rutten tot slot: ‘Soms zou je oude artikelen wel willen intrekken. Helaas wordt nog veel beleid gebaseerd op oude, niet meer relevante data. Gelukkig hebben we het IKNL dat met zijn registratie ook uitstekend geschikt is om veranderingen in de tijd bijna real-time weer te geven. Deze data stellen ons in staat om op actuele ontwikkelingen snel te reageren. En onze patiënt? Hij werd natuurlijk geopereerd, heeft inmiddels zijn verjaardag gevierd en staat weer op de tennisbaan’.

‘Opnieuw hebben de data van de kankerregistratie aangetoond dat niets zo veranderlijk is als de werkelijkheid.'


Dit interview is opgenomen in het NKR magazine ter gelegenheid van 30 jaar Nederlandse Kankerregistratie

Gerelateerd nieuws

Geen verschillen overleving na CRS + HIPEC met mitomycin C of oxaliplatin

Geen verschillen overleving na CRS + HIPEC met mitomycin C of oxaliplatin

Welke medicatie is beter bij cytoreductieve chirurgie en HIPEC-behandeling bij patiënten met colorectale synchrone peritoneale metastasen, mitomycine C of oxaliplatin? Checca Bakkers (Catharina Ziekenhuis, Eindhoven) en collega’s concluderen op basis van NKR-data dat er geen significante verschillen zijn in de langetermijnoverleving na HIPEC met mitomycine C of oxaliplatin. Een unieke studie naar wereldwijd de meest gebruikte medicatie, mede mogelijk doordat alle centra in Nederland hetzelfde behandelprotocol hanteren.

lees verder

Studie naar relevantie histologische subtypen op prognose appendixcarcinoom

Pathologisch onderzoek

Bij patiënten met een locoregionaal of niet naar het buikvlies gemetastaseerd appendixadenocarcinoom heeft het histologisch subtype van de tumor géén invloed op de prognose. Echter, bij patiënten met peritoneale metastasen is het mucineus subtype wél een gunstige prognostische factor ten opzichte van patiënten met het een niet-mucineus adenocarcinoom. Dat blijkt uit onderzoek van Laura Legué (Catharina Ziekenhuis, Eindhoven & IKNL) en collega’s. Deze uitkomsten bevestigen dat mucineuze en niet-mucineuze adenocarcinomen in de appendix verschillend zijn als het gaat om prognose en behandelmogelijkheden.

lees verder