Filters Filter Created with sketchtool.
  • Kankersoort
  • Stadium
  • Behandelsoort
  • Zorgfase
  • Pathologie
  • Epidemiologie
  • Onderzoeksdomein
  • Patiëntgroep
  • Persberichten

Nieuws

Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein. 

Invloed 70-genenprofiel op gebruik chemotherapie bij vroege borstkanker

Het gebruik van chemotherapie is bij patiënten met vroeg stadium hormoonreceptorgevoelige borstkanker tussen 2013 - 2016 aanzienlijk gedaald, terwijl de inzet van genexpressieprofielen toenam. Dat blijkt uit een studie van Julia van Steenhoven (Diakonessenhuis, UMCU) en collega’s. De daling in chemotherapie trad op in een periode dat er geen wijziging plaatsvond in de landelijke richtlijn Borstkanker (2012). In internationale richtlijnen werd echter al voorzichtig geadviseerd om minder chemotherapie te geven aan geselecteerde patiënten (ER+/HER2-). Deze studie weerspiegelt de toenemende terughoudendheid tot het geven van aanvullende chemotherapie aan geselecteerde patiënten met een vroeg stadium van borstkanker. 

lees verder

Richtlijn Prostaatkanker in Oncoguide: beslisbomen en informatiestandaard

De Nederlandse richtlijn prostaatkanker is sinds najaar 2018 omgezet in beslisbomen in Oncoguide, een digitale beslisondersteuning. Dit systeem begeleidt specialisten op basis van patiënt- en tumorkenmerken stap-voor-stap naar een behandeladvies. Oncoguide geeft een behandeladvies op basis van de landelijke richtlijn, waarvan uiteraard met goede argumenten vanaf kan worden geweken. Uit de beslisbomen volgt een informatiestandaard die eenheid van taal creëert. Daarmee kunnen zorgprofessionals data eenvoudiger met elkaar delen en hergebruiken.

lees verder

Incidentie Merkelcelcarcinoom is sinds 1993 verdrievoudigd in Nederland

De incidentie van Merkelcelcarcinoom, een zeldzame en potentieel dodelijke vorm van huidkanker, vertoont al decennia een continu oplopende lijn in Nederland. Sinds 1993 is sprake van meer dan een verdrievoudiging. De overleving van patiënten met deze ziekte bleef al die jaren laag, zo blijkt uit een publicatie van Sanne Uitentuis (Amsterdam UMC) in de Journal of the American Academy of Dermatology. De studie benadrukt de noodzaak voor het introduceren van nieuwe behandelstrategieën. Volgens de onderzoekers zou de combinatie chirurgie met adjuvante radiotherapie mogelijk beter kunnen zijn dan behandeling met uitsluitend chirurgie.

lees verder

Pathologie & relevantie van mucineuze appendixtumoren en PMP

Tot een paar jaar geleden werden verschillende termen en histopathologische classificaties gebruikt voor het indelen van mucineuze appendixtumoren, waaronder de mucineuze adenocarcinomen, en pseudomyxoma peritonei (PMP, een zeldzame vorm van buikvlieskanker). Een belangrijke stap was het bereiken van consensus over de histopathologische classificatie van deze tumoren door de Peritoneal Surface Oncology Group International. Laura Legué (Catharina Ziekenhuis, IKNL) en collega’s gaan in een publicatie in Clinical Colorectal Cancer dieper in op deze classificatie met voorzichtige aanbevelingen voor de kliniek, mede omdat de huidige classificatie onvoldoende houvast kan geven voor de clinicus.

lees verder

Zorgverlening bij actinische keratose kan efficiënter in eerste- én tweedelijn

De risicostratificatie in de eerstelijn en naleving van richtlijnen in zowel de eerste- als tweedelijn bij actinische keratose, een voorstadium van plaveiselcelcarcinoom, kan efficiënter. Dat stellen Eline Noels (Erasmus MC, IKNL) en collega’s in de British Journal of Dermatology. Ze signaleren onder meer onderbenutting en niet-passende behandelingen bij patiënten met actinische keratose, hoge verwijscijfers vanuit de eerstelijn gecombineerd met uitgebreide follow-ups in de tweedelijn. Volgens de onderzoekers kunnen inspanningen gericht op betere risicodifferentiatie en naleving van richtlijnen nuttig zijn om de efficiëntie bij actinische keratose te verhogen.

lees verder

Evaluatie gebruik en impact genprofieltest bij vroege borstkanker in Nederland

De genprofieltest wordt in Nederland zowel binnen als buiten de kaders van de richtlijn Mammacarcinoom ingezet. Dat concluderen Kay Schreuder (IKNL, UTwente) en collega’s aan de hand van onderzoek met data uit de Nederlandse Kankerregistratie. In alle klinische risicocategorieën werd een meerderheid van de patiënten ingedeeld in een genomisch laag of intermediair risicoprofiel en was de naleving van het resultaat van de genprofieltest hoog. In geval van een discrepantie tussen het genomisch en klinisch risico, werden de patiënten behandeld in overeenstemming met de uitslag van de test. De onderzoekers signaleren dat het gebruik van de genprofieltest heeft geleid tot een afname van het gebruik van chemotherapieën.

lees verder

MEDIASTrial: doelmatigheid van lymfeklierstadiëring bij patiënten met NSCLC

Bij patiënten met niet-kleincellige longkanker die op basis van een PET/CT-scan in aanmerking komen voor een eventuele longoperatie, dient eerst de aanwezigheid van lymfeklieruitzaaiingen te worden vastgesteld. Volgens de richtlijn gebeurt dat met een combinatie van EBUS/EUS (endo-echografie) én een mediastinoscopie (kijkbuisoperatie). In de MEDIASTrial wordt onderzocht of de mediastinoscopie (onder algehele narcose en met een groter risico op complicaties) achterwege kan blijven na een minder belastende, volledig uitgevoerde EBUS/EUS waarbij geen lymfkliermetastasen zijn gevonden. Arts-onderzoeker Jelle Bousema (MMC): “Op basis van de literatuur lijkt de toegevoegde waarde van mediastinoscopie bij deze patiënten relatief laag.”

lees verder

Geen bewijs voor verband Q-koorts en ontwikkelen van non-hodgkinlymfoom

Er is geen wetenschappelijk bewijs voor de hypothese dat er een relevant en oorzakelijk verband bestaat tussen Q-koorts en het ontwikkelen van non-hodgkinlymfoom. Dat concluderen Sonja van Roeden (UMC Utrecht) en collega’s op basis van een studie met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) van patiënten gediagnosticeerd tussen 1 januari 2002 tot 31 december 2013. In 2009 werd wel een verband gevonden, maar in de jaren daarna niet meer. Omdat de meeste incidenties van Q-koorts in 2009 zijn geconstateerd zou slechts een zeer kort tijdsbestek tussen infectie en ontwikkeling van non-hodgkinlymfoom verantwoordelijk zijn geweest voor deze bevinding. Dat is volgens de onderzoekers niet waarschijnlijk. 

lees verder