Het onderzoek keek naar verschillen tussen vrouwen met een autochtone en een migratieachtergrond

Bevolkingsonderzoek borstkanker lonend voor vrouwen met een migratieachtergrond

Borstkanker komt bij vrouwen met een migratieachtergrond minder vaak voor. Als de diagnose wordt gesteld is dit vaker op jongere leeftijd en in een minder gunstig stadium. Dat blijkt uit onderzoek van Rachel Dassen (Erasmus MC) en collega’s, dat gepubliceerd is in The Breast. De auteurs keken naar gegevens van patiënten met borstkanker in de regio Rotterdam.

Ruim 75 procent van de vrouwen in Nederland die een uitnodiging voor het bevolkingsonderzoek borstkanker krijgt, doet hier aan mee. In de regio Rotterdam ligt dit percentage lager (63 procent), zo blijkt uit cijfers van de regionale screeningsorganisaties. Daarom startte het Academisch Borstkanker Centrum Erasmus MC-Havenziekenhuis in samenwerking met Bevolkingsonderzoek Zuid-West in 2015 in Rotterdam met ‘project Sarah’. Voorlichters waren actief in de wijken waar de deelnamegraad aan het bevolkingsonderozek borstkanker het laagst was. Jet van Dam, oncologisch chirurg en co-auteur van de studie, was de projectleider van project Sarah: ‘De deelnamegraad aan het bevolkingsonderzoek borstkanker is met name lager in postcodegebieden waar meer vrouwen wonen met een migratieachtergrond, terwijl het bevolkingsonderzoek er voor iedereen in Nederland is. Met het project wilden we kijken of we kennis over borstkanker bij deze groep beter konden overbrengen en schaamte en taboes rondom intiem onderzoek konden doorbreken.’

Vragen

Gedurende project Sarah ontstonden ook vragen: wat is de incidentie voor borstkanker bij vrouwen met een migratieachtergrond in Rotterdam en omgeving, en in hoeverre wijkt deze af bij autochtone vrouwen? Is er een verschil in tumorstadium? Welk effect heeft deelname aan het bevolkingsonderzoek? Het antwoord op deze vragen helpt bij het ontwikkelen van voorlichting op maat in de regio. 

Dassen en collega’s doken daarom in gegevens van het Bevolkingsonderzoek Zuid-West en de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Daarbij keken ze specifiek naar vrouwen die in Rotterdam tussen 2012 en 2015 de diagnose borstkanker kregen. In totaal waren dat 1370 vrouwen met een autochtone achtergrond en 450 met een migratieachtergrond. Eerdere studies wezen uit dat borstkanker bij vrouwen met een migratieachtergrond minder vaak voorkomt. Dassen: ‘In de dataset die wij bekeken zagen we een aantal verschillen. De gemiddelde leeftijd bij diagnose was bijvoorbeeld bij vrouwen met een migratieachtergrond een stuk lager, namelijk 53 jaar ten opzichte van 64. De tumoren hadden ook gemiddeld genomen in deze groep ongunstigere karakteristieken die uiteindelijk gevolgen kunnen hebben voor de overleving, uitzaaiingen in de lymfeklieren kwamen bijvoorbeeld ruim 75 procent meer voor.’ De onderzoekers keken ook of er verschillen waren bij vrouwen die deelnamen aan de screening en vrouwen bij wie borstkanker buiten het bevolkingsonderzoek werd gevonden. Dassen: ‘Daarbij is het opvallend dat de verschillen in lymfeklier-uitzaaiingen wegvielen bij de groep die deelnam aan het bevolkingsonderzoek: die was gelijk bij vrouwen met en zonder een migratieachtergrond. Dat onderstreept dus het belang om deel te nemen aan het bevolkingsonderzoek.’

Vroegere diagnostiek

De auteurs wijzen er op dat vroegere diagnostiek voor vrouwen met een migratieachtergrond kan bijdragen aan diagnose in een gunstiger stadium. Het bevolkingsonderzoek screent vanaf 50 jaar, maar de gemiddelde leeftijd ten tijde van diagnose ligt bij deze groep vrouwen lager dan het Nederlands gemiddelde. Dassen: ‘In Nederland willen we onderzoeken of we screeningsprogramma’s effectiever kunnen maken door ze meer op maat aan te bieden. Het verlagen van deelnameleeftijd voor deze groep deelnemers zou daarin dus zeker het onderzoeken waard zijn.’ Ook wijzen de auteurs op de noodzaak van voorlichting, en verder onderzoek om de bewustwording, houding en mogelijke deelnamebarrières van het bevolkingsonderzoek verder in kaart te brengen.   

Gerelateerd nieuws

Kwaliteit borstkankerzorg kan verder verbeteren door samenwerking en onderzoek

Samenwerken aan kwaliteit

Tijdens het lustrumsymposium van het Alexander Monro Ziekenhuis (AMZ) op 7 maart 2024 werden cijfers gedeeld over de borstkankerzorg in Nederland. Daarbij werden de cijfers van het AMZ vergeleken met het Nederlands gemiddelde op basis van data uit de Nederlandse Kankerregistratie. De kwaliteit van borstkankerzorg in Nederland is goed. Vanuit het NABON, de NBCA en het IKNL wordt continu gewerkt aan het nog verder verbeteren van deze kwaliteit.

lees verder

Twee toekenningen in KWF themacall 'Smart Measurements Technologies'

Twee projecten kwaliteit van leven borstkanker KWF honoreert binnen de themacall 'Smart Measurements Technologies' twee projecten waar IKNL-onderzoekers nauw bij betrokken zijn. Beide projecten zetten in op het vroegtijdig monitoren van bijwerkingen van chemotherapie voor borstkankerpatiënten. lees verder