Incidentie borstkanker

Jaarlijks krijgen ongeveer 18.000 vrouwen de diagnose borstkanker; dat blijkt uit de Nederlandse Kankerregistratie. Dit aantal nieuwe gevallen per jaar wordt incidentie genoemd. De incidentie van invasieve borstkanker (mammacarcinoom) is sinds 1989 bijna verdubbeld en stijgt nog steeds. Ruim 2.300 vrouwen krijgen jaarlijks de diagnose niet-invasieve borstkanker, genaamd ductaal carcinoma in situ (DCIS). De incidentie van DCIS en invasief mammacarcinoom daalde in 2020 als gevolg van de COVID-19 pandemie. Borstkanker komt ook bij mannen voor, maar in veel mindere mate.

 

Borstkanker is wereldwijd een veelvoorkomende vorm van kanker die met name in westerse landen wordt gediagnosticeerd. Met 26,6% van alle diagnoses is borstkanker (excl. DCIS) de meest voorkomende kankersoort bij vrouwen.

Soorten borstkanker

Van alle gediagnosticeerde invasieve borstkanker is circa 80% een ductaal carcinoom en circa 15% een lobulair carcinoom. Het overige deel bestaat uit andere typen mammacarcinoom. 85% van alle vrouwen met invasieve borstkanker heeft een hormoongevoelige tumor. Bij mannen is dat 99%. Verder heeft 12% van de vrouwen en 7% van de mannen met invasieve borstkanker een HER2-positieve tumor. 11% van alle vrouwen en 2% van alle mannen met invasieve borstkanker heeft een triple negatieve borstkanker.

Stadium

De meeste patiënten met borstkanker hebben bij diagnose een laagstadiumtumor. De afgelopen decennia, na de introductie van onder andere het landelijke screeningsprogramma, worden tumoren in een vroeger stadium ontdekt. Zo nam het aandeel patiënten met een DCIS bij diagnose toe van 4% in 1989 naar 12% in 2022 en het aandeel patiënten met stadium I nam toe van 28% naar 41%. In dezelfde periode nam het aandeel patiënten met stadium II af van 51% naar 34% en bleef het aandeel patiënten met stadium III of stadium IV schommelen rond de 10% en respectievelijk 5%.

Daling incidentie 2020

In 2020 nam het aantal borstkankerdiagnoses af, als gevolg van de COVID-19-pandemie. De daling in het aantal borstkankerdiagnoses was vooral het gevolg van de tijdelijke stop van het bevolkingsonderzoek. Daarnaast nam tijdens de eerste golf het aantal mensen dat zich met klachten bij de huisarts meldde af. Het bevolkingsonderzoek detecteert vooral laaggradige tumoren, de daling in het aantal diagnoses was daardoor ook het grootst bij de laaggradige tumoren.