Vroege opsporing door bevolkingsonderzoek darmkanker zichtbaar in NKR

Minister Schippers maakte op 5 oktober bekend dat in 2015 volgens voorlopige cijfers van het RIVM 850.000 Nederlanders deelnamen aan het bevolkingsonderzoek darmkanker. Bij bijna 3.700 van hen is na vervolgonderzoek darmkanker ontdekt. IKNL ziet het resultaat van het bevolkingsonderzoek terug als verschuiving in de Nederlandse Kankerregistratie (NKR): er worden meer patiënten gediagnosticeerd maar in een vroeger stadium. Dit laatste is gunstig: als darmkanker in een eerder stadium wordt ontdekt, is de kans op genezing groter.

De toename van het aantal nieuwe patiënten met darmkanker is voornamelijk aanwezig in de specifieke leeftijdsgroepen die in 2014 en 2015 zijn uitgenodigd voor het bevolkingsonderzoek.


Verschillen in stadium en behandeling

Voorlopige cijfers laten zien dat van alle patiënten die in 2015 de diagnose darmkanker kregen, iets minder de helft wordt gediagnosticeerd in een relatief vroeg stadium, waarbij de kanker beperkt is tot de darm (stadium I of II). Bij de andere helft van de patiënten is er uitbreiding buiten de darm naar lymfeklieren rond de darm (stadium III) of naar andere organen (stadium IV). 
 

In de NKR maakt IKNL vanaf incidentiejaar 2015 onderscheid tussen patiënten die wel of niet via het bevolkingsonderzoek gedetecteerd zijn. De gegevens zijn nog niet compleet maar de voorlopige cijfers laten zien dat in de gescreende groep slechts ongeveer 5% stadium IV heeft bij diagnose, vergeleken met 21% bij patiënten bij wie darmkanker op een andere manier wordt ontdekt. Als de gegevens over enkele maanden compleet zijn, worden ook andere verschillen zichtbaar gemaakt: bijvoorbeeld de lokalisatie van de tumor in de dikke darm en verschillen in behandeling.



Bevolkingsonderzoek darmkanker
Het bevolkingsonderzoek darmkanker valt onder de regie van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). De deelname aan het bevolkingsonderzoek blijft onverminderd hoog, zo blijkt uit de monitor 2015 van het RIVM. Ongeveer 73% van de mensen die een uitnodiging kregen, deed mee. Het bevolkingsonderzoek wordt gefaseerd ingevoerd. Vijf leeftijdsgroepen kregen een uitnodiging in 2014 en zes in 2015. Uiteindelijk krijgen alle mannen en vrouwen van 55 tot en met 75 jaar iedere twee jaar een uitnodiging om zich te laten testen.


Een van de doelen van het bevolkingsonderzoek is om darmkanker in een vroeger stadium te ontdekken. De overleving van darmkanker is zeer afhankelijk van het stadium bij diagnose. De kans op overleving voor de patiënt vijf jaar na diagnose loopt uiteen van ruim 90% voor stadium I patiënten tot minder dan 10% voor stadium IV patiënten. Mede op basis van cijfers van IKNL evalueren het RIVM en Erasmus MC de effecten van het bevolkingsonderzoek darmkanker.

Incidentie
De ziekte wordt gesplitst in dikkedarm- en endeldarmkanker. Ongeveer een derde van alle gevallen is gelokaliseerd in de endeldarm. Zowel voor dikkedarm- als voor endeldarmkanker is het aantal diagnoses hoger voor mannen dan voor vrouwen.

Darmkanker staat wat betreft incidentie op de eerste plaats: in 2015 kregen in Nederland 8900 mannen en 6700 vrouwen darmkanker. In vergelijking met 2014 nam het aantal nieuwe patiënten toe met 2,5%. Darmkanker treft voornamelijk ouderen; ongeveer 80% van alle patiënten is bij diagnose 60 jaar of ouder en bijna 40% 75 jaar of ouder. 

Over de NKR  
Sinds 1989 beschikt Nederland over een databank met betrouwbare, objectieve gegevens over de incidentie, prevalentie, overleving en sterfte van alle gevallen van kanker. De database wordt gebruikt voor epidemiologisch onderzoek, klinische studies en voor onderzoek naar de kwaliteit van zorg. Deze gegevens zijn ook beschikbaar voor het evalueren van screening, oncologische richtlijnen en het ontwikkelen van beleid door zorginstellingen en de overheid. IKNL beheert de database. De cijfers staan op NKR-cijfers.