Het aantal alvleesklierresecties is toegenomen

Meer resecties alvleesklierkanker door regionale samenwerking

Het aantal patiënten dat geopereerd wordt voor alvleesklierkanker is de afgelopen jaren toegenomen. Dankzij regionale samenwerking is de kans dat een patiënt een operatie ondergaat gelijk wanneer de diagnose in een expertisecentrum of regulier ziekenhuis gesteld wordt. Dat blijkt uit een studie van Anouk Latenstein (Amsterdam UMC) en collega’s, met data uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Het onderzoek werd gepubliceerd in The British Journal of Surgery. 

De toename in resecties is goed nieuws. Voor alvleesklierkanker is dit de enige curatieve behandeling. In 2011 zijn volumennormen ingevoerd, onder andere voor het aantal alvleesklieroperaties. Ook is in dat jaar de DPCG (Dutch Pancreatic Cancer Group) opgericht, de landelijke multidisciplinaire werkgroep voor alvleesklierkanker. 

Van centralisatie naar regionalisatie

Patiënten mogen vanaf 2011 enkel chirurgisch behandeld worden in ziekenhuizen waar minimaal 20 ingrepen aan de alvleesklier per jaar plaatsvinden. Daarmee nam de kans op overlijden na chirurgie af. De ontwikkeling had echter een keerzijde. Gebaseerd op eerder onderzoek vertelt oncologisch chirurg Ignace de Hingh, werkzaam in het Catharina Ziekenhuis: “Met het verdwijnen van de kennis van de operatieve behandeling in veel ziekenhuizen, daalde ook de kans dat een patiënt die in een dergelijk ziekenhuis gediagnostiseerd was met alvleesklierkanker uiteindelijk geopereerd werd. Daarmee leken sommige patiënten de kans op een mogelijk genezende operatie mis te lopen. Vooral patiënten uit een lager sociaal milieu waren daar de dupe van.” Daarom zijn regionale netwerken ontstaan, waarin expertisecentra samenwerken met ziekenhuizen in de regio. Vrijwel alle patiënten die mogelijk in aanmerking komen voor een operatie worden zo besproken in regionale multidisciplinaire overleggen (MDO’s). 

Meer operaties

De aanpak lijkt zijn vruchten af te werpen. Latenstein en collega’s keken naar verwijspatronen van ruim 10.000 patiënten binnen de NKR die de diagnose kregen tussen 2009-2011, 2012-2014 en 2015-2017. Het aantal patiënten dat met een resectie behandeld werd nam toe van 40 procent naar 47,8 procent. In de periode 2009-2011 was de kans op een resectie groter bij patiënten die in een expertisecentrum gediagnosticeerd werden. In de jaren 2015-2017 waren er geen verschillen meer. Voor patiënten met alvleesklierkanker is een operatie de enige potentieel curatieve behandeling. 

Overleving: nader onderzoek

Hoewel de kans op resectie gelijk is tussen expertisecentra en niet-centra, ligt de overleving in gespecialiseerde centra iets hoger. In de periode 2015-2017 is de overleving in expertisecentra 12,6 maanden, in de overige ziekenhuizen 10,7 maanden. Het is de vraag of dat klinisch relevant is waarbij toekomstig onderzoek moet uitwijzen of praktijkvariatie van bijvoorbeeld neo-adjuvante chemotherapie hier een mogelijke oorzaak van is. 

Gerelateerd nieuws

Betere zorg alvleesklierkanker vraagt om meer persoonlijke aanpak

Proefschrift Simone Augustinus Alvleesklierkanker (pancreascarcinoom) kent over het algemeen een slechte prognose. Om patiënten zo goed mogelijk te helpen, werken medisch specialisten in een multidisciplinair team samen in de Dutch Pancreatic Cancer Group. Daarin wordt kennis over de nieuwste behandelmethoden gedeeld binnen expertisecentra, zodat patiënten de voor hen meest optimale behandeling kunnen krijgen. Het proefschrift van Simone Augustinus (Amsterdam UMC) over het Dutch Pancreatic Cancer Project (PACAP) beschrijft de meest recente wetenschappelijke inzichten van deze samenwerking. lees verder

Netwerkzorg bij diagnose- en behandeltraject alvleesklierkanker: Nederland loopt voor, maar ruimte voor verbetering

Jana Hopstaken onderzocht het diagnose- en behandeltraject bij alvleesklierkanker

Jana Hopstaken (Radboudumc) bracht met NKR-data de effecten van netwerkzorg in kaart rondom Nederlandse centra die gespecialiseerd zijn in de behandeling van alvleesklierkanker. Meestal wordt er gekeken naar effecten van een behandeling (bijvoorbeeld chirurgie), maar onderzoek hoe ziekenhuizen samenwerken in het diagnostische of behandelingstraject is er niet tot nauwelijks. Ze ziet dat in Nederland samenwerking en dataverzameling er beter op staat dan in andere landen, maar ook punten ter verbetering. ‘Op een congres in de VS vernam ik onlangs dat ze daar langzaamaan pas beginnen met centralisatie en netwerkzorg.’

lees verder