Verschil tussen diagnose bij screening en klinisch

Kans op terugkeer borstkanker kleiner na diagnose binnen bevolkingsonderzoek

De kans dat borstkanker terugkeert, is kleiner bij vrouwen waarbij de borstkanker via het bevolkingsonderzoek wordt ontdekt dan bij vrouwen waarbij de borstkanker klinisch werd gedetecteerd. Dat blijkt uit onderzoek van Anouk Eijkelboom en Linda de Munck (IKNL) en collega’s.

Het onderzoek putte uit gegevens van de Nederlandse Kankerregistratie en werd gepubliceerd in de Journal of the National Cancer Institute. Uit diverse studies blijkt dat vrouwen die deelnemen aan de screening een langere algehele en ziektevrije overleving hebben dan vrouwen waarbij kanker buiten de screening wordt gevonden. Dan is het bevolkingsonderzoek dus succesvol, is al snel de conclusie. Toch zijn er twee bezwaren bij de interpretatie van deze bevindingen: er is vaak geen rekening gehouden met de length time bias en/of de lead time bias.

Length time bias

De length time bias wijst op een risico van overdiagnostiek. In de screening kunnen ook heel langzaam groeiende tumoren worden opgespoord, zo langzaam dat een vrouw gedurende haar leven niets van de tumor zou merken. Omdat het onduidelijk is hoe agressief een tumor zich gedraagt, wordt deze vrijwel altijd na diagnose chirurgisch verwijderd, met eventuele aanvullende behandeling.

Lead time bias bij terugkeer van ziekte

De tijd tussen de eerste diagnose van borstkanker, en het moment dat borstkanker mogelijk terugkeert wordt ziektevrije overleving genoemd. Binnen het bevolkingsonderzoek worden tumoren vaak eerder opgespoord, maar dat hoeft niet altijd van invloed te zijn op de ziektevrije overleving. 
Een voorbeeld: er zijn twee vrouwen, mevrouw Janssen en mevrouw Pietersen. Beide vrouwen ontwikkelen een tumor op precies hetzelfde moment (zie figuur 1). Bij beide vrouwen ontwikkelt de tumor zich op dezelfde manier. Bij mevrouw Janssen wordt de tumor door screening ontdekt, en bij mevrouw Pietersen door klachten. Na diagnose worden de vrouwen behandeld. Na enkele jaren keert de borstkanker terug. Aangezien de tumor zich op dezelfde manier ontwikkelt bij de twee vrouwen worden ze op hetzelfde moment gediagnosticeerd met de teruggekeerde kanker. Bij mevrouw Janssen lijkt het alleen zo of de tijd tussen diagnose van de eerste tumor en de teruggekeerde tumor veel langer is dan bij mevrouw Pietersen. Dit noem je lead time bias.  

Figuur 1: schematische weergave van lead-time bias

Verschillen in ziektevrij interval

De tijd tussen de eerste diagnose van borstkanker, en het moment dat borstkanker terugkeert wordt ziektevrije overleving genoemd. De onderzoekers wilden weten of het risico op terugkeer van borstkanker verschilt tussen vrouwen met een screening- en klinisch-gedetecteerde borsttumor. Daarbij hielden ze rekening met deze lead-time bias.

De onderzoekers analyseerden de cijfers van twee groepen patiënten. De ene groep betreft alle vrouwen die in 2005 de diagnose borstkanker kregen. Van deze groep werd terugkeer van ziekte in een periode van 10 jaar bekeken. De tweede groep betreft patiënten die tussen 2006 en 2008 de diagnose borstkanker kregen. Hier keken de onderzoekers naar het ziektevrij interval voor een periode van vijf jaar. Binnen de patiëntgroepen werd gekeken naar het percentage terugkeer van ziekte bij vrouwen met:

  • Een tumor gediagnosticeerd bij bevolkingsonderzoek (screeningsgedetecteerd)
  • Een tumor gediagnosticeerd door klinische detectie 
  • Een tumor gediagnosticeerd tussen twee screeningsrondes in (intervalkanker, alleen in de 2006-2008 groep) 

De lead time bias werd gecorrigeerd door een rekenmodel.

Diagnose in 2005

Bij de ‘2005’ groep was bij 84,5% van de vrouwen met een screeningsgedetecteerde borstkanker de tumor niet teruggekeerd na 10 jaar. Bij de klinisch gedetecteerde populatie was dit lager: 75,1 procent. Gecorrigeerd voor lead time bias zagen Eijkelboom en De Munck dat 84,7 procent van de vrouwen uit de screeningspopulatie een ziektevrij interval had van 6,1 jaar. Bij de klinisch gedetecteerde groep was dit 80,6 procent.

Diagnose borstkanker 10-jaars ziektevrije interval Gecorrigeerd door lead-time bias
(ziektevrijeinterval 6,1 jaar)
Screening 85,4 84,7
Klinisch 75,1 80,6

Figuur 2: ziektevrije overleving in de groep patiënten waarbij borstkanker in 2005 werd gediagnosticeerd. De x-as begint net onder de 0,70

Diagnose in 2006-2008

De groep vrouwen die tussen 2006-2008 de diagnose borstkanker kregen lieten vergelijkbare resultaten zien. Van de groep vrouwen met een screeningsgedetecteerde borstkanker was het 5-jaars ziektevrije interval 91,9 procent, in vergelijking met 85,5 procent van de vrouwen met een intervalkanker en 83,3 procent van de vrouwen bij wie borstkanker buiten de screening werd gevonden. Na correctie voor lead-time bias zagen Eijkelboom en De Munck een ziektevrij interval van 94,3 procent bij vrouwen met een screening-gedetecteerde borstkanker, 93,6% bij de intervalkankers en 92,8 procent buiten de screening.

Diagnose 5-jaars ziektevrije interval Gecorrigeerd door lead-time bias
(ziektevrije interval 2 jaar)
Screening 91,9 94,3
Buiten de screening 83,3 92,8
Interval 85,5 93,6


Figuur 3: ziektevrije overleving in de groep patiënten waarbij borstkanker tussen 2006-2008 werd gediagnosticeerd. De x-as begint net onder de 0,70

Betere prognose

De effectiviteit van een screeningsprogramma hangt van veel factoren af, en deelname is altijd een persoonlijke keuze. Bij klachten is het altijd raadzaam naar de huisarts te gaan. Binnen het bevolkingsonderzoek worden tumoren vaker in een lager stadium gevonden. Deze studie laat zien dat de kans op terugkeer van ziekte bij vrouwen die deelnemen aan het bevolkingsonderzoek op populatieniveau iets gunstiger is ten opzichte van klinische detectie.

Medewerkers

Sabine Siesling

Sabine Siesling

hoofdonderzoeker

lees verder