Behandeling baarmoederhalskanker

De behandeling van baarmoederhalskanker ofwel cervixcarcinoom is, zoals voor bijna elke vorm van kanker, afhankelijk van het ziektestadium. De behandeling van cervixcarcinoom met met als doel genezing, bestaat voornamelijk uit chirurgie, radiotherapie of een combinatie van radiotherapie met chemotherapie of hyperthermie.

Baarmoederhalskanker kan ontstaan uit langdurige besmetting met het humaan papillomavirus (HPV). Daarom wordt bij het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker gescreend op aanwezigheid van dit virus bij vrouwen tussen de 30 en 60 jaar.

Bij patiënten met vroeg stadium baarmoederhalskanker is de tumor beperkt tot de baarmoederhals of is er minimale uitbreiding naar de vagina. Indien het een tumor in de vroegste stadia (FIGO-stadium Ia) betreft, volstaat de behandeling met een conisatie (een kleine operatie aan de baarmoedermond) bij een kinderwens of andere individuele redenen van de patiënt. Indien de patiënt geen kinderwens heeft, is een het verwijderen van de baarmoeder (uterusextirpatie) ook een optie.

Totaaloverzicht cijfers baarmoederhalskanker

Op deze pagina staat een overzicht van de incidentie, prevalentie, regionale verschillen en behandeltrends van baarmoederhalskanker. 

In het geval van prognostisch ongunstige factoren (invasieve groei in lymfe- en/of bloedvaten) dienen in ieder geval ook de lymfeklieren in de kleine bekken te worden verwijderd (pelviene lymfadenectomie), in verband met de reële kans op lymfekliermetastasen. Patiënten met FIGO-stadium Ib/IIa worden voornamelijk behandeld met radicale chirurgie, bestaande uit een radicale uterusextirpatie en pelviene lymfadenectomie.

Bij uitbreiding buiten de baarmoederhals wordt voornamelijk gekozen voor behandeling met radiotherapie in combinatie met chemotherapie of hyperthermie. Bij gemetastaseerd cervixcarcinoom (FIGO-stadium IVB) waarbij radicale lokale verwijderingen of regionale bestraling geen optie zijn, bestaat de behandeling uit palliatieve chemotherapie. Lees meer over palliatieve zorg bij baarmoederhalskanker.

Elke behandeling gaat gepaard met een eigen risicoprofiel op zowel de lange als korte termijn. De keuze van primaire behandeling wordt gemaakt op basis van patiëntkenmerken, waaronder andere leeftijd en contra-indicaties, en de voorkeur van iedere individuele patiënt.

De volledige richtlijn Baarmoederhalskanker is te vinden op Oncoline.nl.