Sociaal-economische status van patiënt speelt rol bij krijgen pancreasresectie

Patiënten met een hoge sociaal-economische status hebben meer kans op het krijgen van een pancreasresectie dan patiënten met een lage sociaal-economische status, aldus een publicatie van Margijske van Roest (UMC Groningen) en collega’s in Plos One. Verder blijkt dat de overlevingskansen van patiënten die behandeld zijn in een academisch ziekenhuis hoger liggen dan van patiënten die een behandeling kregen in niet-universitair ziekenhuis. In deze studie is nog géén rekening gehouden met niet-universitaire ziekenhuizen die gespecialiseerd zijn in pancreaschirurgie. Opmerkelijk is dat ná resectie de sociaal-economische status geen risicofactor meer is. Volgens de onderzoekers is betere voorlichting gewenst aan alle patiëntengroepen over de behandelopties bij alvleesklierkanker.

De invloed van sociaal-economische ongelijkheden bij de behandeling van patiënten met alvleesklierkanker en met name het effect bij patiënten die een operatie kregen, is niet bekend. Het type ziekenhuis waar de resectie is uitgevoerd, zou wellicht ook de uitkomst van de behandeling kunnen beïnvloeden. Om te onderzoeken werden de 34.757 patiënten met alvleesklierkanker geselecteerd uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR) die tussen 1989-2011 zijn gediagnosticeerd en behandeld. Postcodes werden gebruikt om de sociaal-economische status van deze patiënten vast te stellen.

Rol sociaal-economische status
De onderzoekers voerden multivariabele overlevingsanalyses uit met behulp van Cox-regressiemodellen om onafhankelijke risicofactoren op overlijden te onderscheiden. Patiënten die in een wijk wonen met een hoge sociaal-economische status kregen vaker een resectie en werden ook vaker geopereerd in een universitair medisch centrum.

Na correctie voor klinische en pathologische factoren blijkt dat het risico op overlijden onafhankelijk hoger is bij patiënten met een gemiddelde of lage sociaal-economische status in vergelijking met patiënten met een hoge sociaal-economische status. De onderzoekers vonden geen verschillen in overleving na resectie tussen de drie patiëntengroepen. Wel waren de overlevingskansen beter voor patiënten die een behandeling kregen in academische ziekenhuizen in vergelijking met patiënten die in niet-universitaire ziekenhuizen zijn behandeld.

Onafhankelijke, prognostische factor
Margijske van Roest en collega’s concluderen aan de hand van deze grote, landelijke cohortstudie dat de sociaal-economische status van patiënten met alvleesklierkanker een onafhankelijke, prognostische factor is. Het uitvoeren van een pancreasresectie blijkt de belangrijkste voorspellende factor te zijn. Deze resecties worden vaker uitgevoerd bij patiënten met een hoge sociaal-economische status dan bij patiënten met een lage sociaal-economische status. Opmerkelijk is dat bij patiënten die een resectie kregen, de sociaal-economische status niet langer een risicofactor is. Verder hangt resectie in universitaire ziekenhuizen samen met de hoogste overlevingskansen. 

Volgens de onderzoekers zouden specialisten, rekening houdend met de verschillen in behandeling van patiënten met uiteenlopende sociaal-economische statussen, zich meer kunnen inspannen om alle patiëntengroepen beter te informeren over de diverse behandelmogelijkheden van alvleesklierkanker en verwijzen naar behandelcentra die gespecialiseerd zijn in pancreaschirurgie. 

  • Van Roest MH, van der Aa MA, van der Geest LG, de Jong KP.: ‘The Impact of Socioeconomic Status, Surgical Resection and Type of Hospital on Survival in Patients with Pancreatic Cancer. A Population-Based Study in The Netherlands’.

  • Meer informatie over deze publicatie is verkrijgbaar via bibliotheek@iknl.nl

Gerelateerd nieuws

Pancreasadenocarcinoom: toename incidentie, geringe verbetering overleving

Pancreasadenocarcinoom: toename incidentie, geringe verbetering overleving

De incidentie van ductaal pancreasadenocarcinoom is tussen 1997 en 2016 toegenomen in Nederland. In deze periode verdubbelde het aandeel resecties, nam de sterfte na resectie af, en steeg het aandeel patiënten dat adjuvante of palliatieve chemotherapie kreeg. Echter, doordat een meerderheid van de patiënten uitsluitend ondersteunende zorg ontving, was de algehele overlevingsverbetering met circa drie weken verwaarloosbaar klein, aldus Anouk Latenstein (Amsterdam UMC) en collega’s.

lees verder

Betere behandeling nodig voor minder fitte patiënten met alvleesklierkanker

Patiënten met alvleesklierkanker die ouder zijn dan 70 jaar krijgen minder vaak een operatie doordat zij vaak een slechtere conditie en/of bijkomende aandoeningen hebben. Als een arts hen volgens de richtlijn behandelt met operatie en chemotherapie, dan lopen zij een verhoogd risico op vroegtijdige sterfte. Dat blijkt uit het proefschrift van Lydia van der Geest, onderzoeker bij IKNL en de Dutch Pancreatic Cancer Group, de landelijke multidisciplinaire werkgroep voor alvleesklierkanker. De richtlijn alvleesklierkanker biedt geen passende alternatieve behandeling voor deze patiënten. Volgens de promovendus moet de medische richtlijn aangevuld worden met specifieke aanbevelingen voor oudere patiënten, zoals een zorgvuldige afweging van een mogelijke operatie en gerichte inzet van chemotherapie. 

lees verder