Filters Filter Created with sketchtool.
  • Kankersoort
  • Stadium
  • Behandelsoort
  • Zorgfase
  • Pathologie
  • Epidemiologie
  • Onderzoeksdomein
  • Patiëntgroep
  • Persberichten

Nieuws

Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein. 

Meeste patiënten met NLPHL hebben uitzicht op normale levensverwachting

Een meerderheid van de patiënten met de nodulaire lymfocytenrijke variant van het hodgkinlymfoom (NLPHL) heeft in Nederland het vooruitzicht op een normale levensverwachting. Dat concluderen Hidde Posthuma (Amsterdam UMC, locatie VUmc) en collega’s in een studie met gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Daarin wordt onder andere gesignaleerd dat de incidentie van deze ziekte tussen 1993 en 2016 is toegenomen, waarschijnlijk door toegenomen bewustzijn van clinici en pathologen en verbetering van diagnostische technieken. Verder stellen zij vast dat de toevoeging van rituximab aan bestaande therapieschema’s geen bijdrage lijkt te leveren aan het verbeteren van de overleving.

lees verder

Overleving bij maligne peritoneaal mesothelioom licht verbeterd

Aantal operaties bij maligne peritoneaal mesothelioom toegenomen

Patiënten met maligne peritoneaal mesothelioom hebben een slechte prognose. In Nederland is de 2-jaarsoverleving van deze patiënten de afgelopen decennia verbeterd van 10% naar 20%. Zeer waarschijnlijk is dat een gevolg van agressiever behandelen en vaker toepassen van chirurgie. Echter, een meerderheid van de patiënten met deze ziekte kreeg geen enkele anti-kankerbehandeling, zo blijkt uit onderzoek van Nadine de Boer (Erasmus MC) en collega’s. Ze pleiten daarom voor centralisatie van zorg in gespecialiseerde medische centra en invoering van een internationaal gestandaardiseerd stadiëringssysteem.

lees verder

Grote verschillen in uitzaaiingspatronen stadium IV inflammatoire borstkanker

Bij patiënten met stadium IV inflammatoire borstkanker worden belangrijke verschillen waargenomen in uitzaaiingspatronen en algehele overleving samenhangend met de verschillende subtypen (HR/HER2-status) van deze ziekte. Dat concluderen Dominique van Uden (Radboudumc) en collega’s in een publicatie in Breast Cancer Research and Treatment. Volgens de onderzoekers heeft dit inzicht belangrijke consequenties voor het adviseren van patiënten over hun prognose en eventuele behandelopties. De studie onderstreept tevens de mogelijkheid tot gerichtere stadiëring afgestemd op het subtype.

lees verder

CA125 is onafhankelijke prognostische factor bij gevorderde eierstokkanker

Peri-operatieve verandering in CA125-niveau (kankerantigen 125) na primaire chirurgie is een onafhankelijke prognostische factor voor het schatten van de algehele overleving van patiënten met gevorderde epitheliale eierstokkanker. Die conclusie trekken Maite Timmermans (IKNL) en collega’s in de European Journal of Obstetrics & Gynecology and Reproductive Biology aan de hand van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Om de prognose van deze patiënten beter te kunnen voorspellen, pleiten zij voor een gecombineerd model, waarbij de restziekte wordt beoordeeld door een gynaecoloog aangevuld met het vaststellen van verandering van het peri-operatief CA125-niveau.

lees verder

Overleving na dikkedarm- en borstkanker verbeterd tussen ’03-‘12 in Nederland

De overleving van patiënten met dikkedarm- en borstkanker is tussen 2003 en 2012 in Nederland verbeterd, maar er zijn wel opmerkelijke verschillen te zien tussen oudere en jongere patiënten, met name bij borstkankerpatiënten. Dat concluderen Doris van Abbema (Universiteit Maastricht & Amsterdam) en collega’s. Bij oudere vrouwen met borstkanker is een opvallende toename te zien van endocriene therapieën en daling van het aandeel operaties. De onderzoekers vragen zich af of de richtlijnen bij deze groep patiënten consistent worden gevolgd. De gestegen overleving bij ouderen met dikkedarmkanker is vooral toe te schrijven aan ruimere inzet van adjuvante chemotherapie en verbeterde preoperatieve behandeling en chirurgie.

lees verder

Overleving oudere patiënten (65-75 jaar) met gevorderde borstkanker verbeterd

De overleving van oudere vrouwen (65-75 jaar) met gevorderde borstkanker is tussen 1990 en 2015 verbeterd. Dit is zeer waarschijnlijk het gevolg van ruimere inzet van chemotherapieën bij patiënten met stadium III borstkanker. Dat concluderen Nienke de Glas (LUMC) en collega’s op basis van een studie met gegevens van bijna 240.000 patiënten uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). Uit dit onderzoek blijkt echter ook dat de overleving van vrouwen (boven 75 jaar) met stadium I-III borstkanker níet is toegenomen. In toekomstige studies dient daarom meer rekening gehouden te worden met comorbiditeit(en) en geriatrische parameters, om de behandeling van deze oudste groep verder te personaliseren.

lees verder

Incidentie en overleving van zeldzame vormen van eierstokkanker 1989-2015

De incidentie van kiemceltumoren en sexcord-stromaceltumoren, beide zeldzame vormen van niet-epitheliale eierstokkanker, is de afgelopen decennia niet significant veranderd. Dat blijkt uit onderzoek van Olga van der Hel (IKNL) en collega’s aan de hand van gegevens uit de Nederlandse Kankerregistratie (NKR). De meeste patiënten met niet-epitheliale tumoren worden in een vroeg stadium gediagnosticeerd. Dat is volgens de onderzoekers de verklaring voor de goede prognose van deze patiënten, een prognose die tijdens de onderzoeksperiode nog enigszins toenam. Primaire sarcomen van de eierstok zijn nog zeldzamer, maar patiënten met deze ziekte hebben daarentegen nog steeds een slechte prognose.

lees verder

Overlevingskloof tussen oudere en jongere melanoompatiënten wordt kleiner

De overlevingskloof tussen jongere en oudere patiënten met een melanoom is tussen 1989 en 2015 kleiner geworden en hangt samen met een daling van de gemiddelde Breslow-dikte. Echter, de incidentiekloof tussen jongeren en ouderen is in deze periode disproportioneel toegenomen door een sterke toename van de incidentie van oudere patiënten, vooral van mannen van 70 jaar en ouder. Dat concluderen Melinda Schuurman (IKNL) en collega’s in een publicatie in Acta Oncologica. Waarschijnlijk hebben deze ouderen een hogere dosis UV-straling opgelopen in combinatie met onvoldoende gebruik van beschermingsmiddelen en mogelijk minder geprofiteerd van later geïntroduceerde voorlichtingscampagnes.

lees verder