Nieuws
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
Selecteer een onderwerp in de filter, zoals een kankersoort, een behandelsoort of een onderzoeksdomein.
In geselecteerde patiënten met dunnedarmkanker en peritoneale metastasen bij wie een volledige, macroscopische resectie kan worden bereikt, is met behulp van cytoreductieve chirurgie en hypertherme intraperitoneale chemotherapie (CRS + HIPEC) een overleving haalbaar die vergelijkbaar is met patiënten met dikkedarmkanker en peritoneale metastasen. Die conclusie staat te lezen in een publicatie van drs. Thijs van Oudheusden (Catharina Ziekenhuis), prof. dr. Valery Lemmens (IKNL) en collega’s in Oncology/Genetics. Volgens de onderzoekers is verder onderzoek nodig naar de rol van adjuvante chemotherapie bij deze patiënten.
lees verderIn België, Nederland en Engeland is chemotherapie tussen 2003 en 2006 uitgegroeid tot de standaardbehandeling voor jongere patiënten met maligne pleura mesothelioom. Voor oudere patiënten, die momenteel de helft van deze patiëntenpopulatie uitmaken, zijn minder toxische behandelingen nodig om hun vooruitzichten te verbeteren. Ronald Damhuis (IKNL) en collega’s stellen vast dat, ondanks vele jaren van onderzoek, er nog steeds weinig bekend is over de optimale combinatie van chemotherapie, chirurgie en radiotherapie. “Op het hoogtepunt van de epidemie, is er nog tijd om antwoorden te vinden.”
lees verderEr lijkt geen reden te zijn om patiënten met dikkedarmkanker adjuvante chemotherapie te onthouden voor wat betreft langetermijneffecten op hun gezondheidsgerelateerde kwaliteit van leven of ziektespecifieke symptomen. Dat concluderen drs. Simone Verhaar (TweeSteden Ziekenhuis), prof. dr. Lonneke van de Poll (IKNL) en collega’s op basis van een studie onder 1.600 overlevenden van dikkedarmkanker die tussen januari 2000 en juni 2009 werden gediagnosticeerd. De bevindingen gelden zowel voor patiënten ouder als jonger dan 70 jaar, en ongeacht of zij uitsluitend chirurgie of een combinatie van chirurgie en adjuvante chemotherapie kregen.
lees verderVroegtijdige deelname aan een fysiek trainingsprogramma door vrouwen met borstkanker gedurende adjuvante chemotherapie levert positieve effecten op ten aanzien van vermindering van lichamelijke vermoeidheid en verbetering van submaximale cardiorespiratoire fitheid en spierkracht. Op basis van deze resultaten kan oefening in een vroeg stadium tijdens de behandeling van borstkanker worden aanbevolen, aldus Noémie Travier (UMC Utrecht) en collega-onderzoekers. Na 36 weken was het effect niet langer statistisch significant. Dit kan veroorzaakt zijn door een hoog bewegingsniveau in de controlegroep.
lees verderVolgens de Nederlandse richtlijnen voor borstkanker is neo-adjuvante chemotherapie geïndiceerd bij patiënten met lokaal gevorderde borstkanker (stadium III) jonger dan 70 jaar. De patronen ten aanzien van het gebruik van neo-adjuvante chemotherapie zijn echter in de huidige zorgpraktijk bij patiënten met stadium III borstkanker niet goed beschreven.
lees verderHoofdhuidkoeling wordt nog altijd niet standaard aangeboden aan patiënten die hiervoor in beginsel wel in aanmerking komen. Eén van de oorzaken is gebrek aan kennis over de werkzaamheid en veiligheid van deze aanvullende behandeling, concluderen Mijke Peerbooms, dr. Corina van den Hurk (IKNL) en dr. Wim Breed. De uitkomsten van dit onderzoek hebben geleid tot de ontwikkeling van een nationale standaard voor chemotherapie geïnduceerde alopecia en het toepassen van hoofdhuidkoeling om deze bijwerking te verminderen.
Steeds meer patiënten met synchrone peritoneale metastasen afkomstig van dikkedarmkanker worden behandeld met een combinatie van cytoreductieve chirurgie (CRS) en hyperthermische intraperitoneale chemotherapie (HIPEC). Op dit moment krijgt bijna 10 procent van deze patiënten een dergelijke behandeling. Dit heeft geleid tot een aanzienlijke stijging van de mediane overleving naar 32,3 maanden, tegenover 12,6 maanden voor patiënten met palliatieve chemotherapie met / zonder chirurgie. Dat blijkt uit een studie van Lieke Razenberg (IKNL) in samenwerking met specialisten.
lees verderPatiënten met dikkedarmkanker én diabetes hebben meer last van neuropathische symptomen zoals tintelende handen en voeten dan patiënten met dikkedarmkanker zónder diabetes. Pauline Vissers (IKNL) en collega’s vonden geen verschil in behandeling tussen de dikkedarmkankerpatiënten met en zonder diabetes. Dit suggereert volgens de onderzoekers dat het hebben van diabetes leidt tot deze toename aan neuropathische symptomen ongeacht de behandeling met chemotherapie.
lees verder